SciELO - Scientific Electronic Library Online

 
vol.47 número1Resensies índice de autoresíndice de materiabúsqueda de artículos
Home Pagelista alfabética de revistas  

Servicios Personalizados

Articulo

Indicadores

Links relacionados

  • En proceso de indezaciónCitado por Google
  • En proceso de indezaciónSimilares en Google

Compartir


In die Skriflig

versión On-line ISSN 2305-0853
versión impresa ISSN 1018-6441

In Skriflig (Online) vol.47 no.1 Pretoria ene. 2013

 

ORIGINAL RESEARCH

 

De Enquiry en het Serampore 'Form of Agreement': William Carey als zendingsstrateeg voor de 21ste eeuw

The Enquiry and the Serampore 'Form of Agreement': William Carey as mission strategist for the 21st century

 

 

Johan KommersI, II

IInternational Reformed Theological Institute, Vrije Universiteit, the Netherlands
IINorth West University, Potchefstroom, South Africa

Correspondence

 

 


OPSOMMING

Wereldwijd is aandacht gegeven aan de 250ste geboortedag van William Carey. Tot op de dag van vandaag wordt hij herinnerd als een zendingsman die met zijn visie voor de zending van blijvende betekenis is. Zijn leven is het onderwerp geweest van meer dan vijftig biografieën en deelstudies, maar het blijft moeilijk hem onder één noemer te vatten. Hij wordt genoemd de stichter en de vader van de moderne zending (Smith 1885:437), maar óók een groot staatsman, een onderlegde botanist, en een echte vriend van Bengalen en India (Davis 1963:73). Carey was in alle opzichten een pionier, die zich hierin onderscheidde van anderen uit zijn tijd dat zijn zendingswerk diep geworteld was in een verscheidenheid van seculiere wetenschappen. Zijn werk geeft een 'turning point' (Neill 1982:261) aan voor het zendingswerk in de 19e eeuw. De geloofscrisis binnen de kerken van het Westen heeft geleid tot een verlies van overtuiging dat het geloof in Christus Jezus zó essentieel is, dat zonder geloof in Hem mensen verloren gaan. We vragen ons af, 'Hoe komt het dat Carey tot op heden in de wereld van de missiologie blijft meetellen?' Wij doen onszelf te kort wanneer we niet luisteren naar zijn stem, mede omdat 'in the whole history of the church no nobler man has ever given himself so fully to the service of the Redeemer' (Neill et al. 1971:83). Hij had een visie1 op zending, maar ook een concreet plan om tot uitvoering van zijn visie te komen. Carey is met zijn zendingsprincipes voor de 21ste eeuw een modern zendingsstrateeg.


ABSTRACT

Worldwide attention has been given to William Carey's 250th birthday in 2011. He is remembered today as a man of distinguished importance for his work in India and his vision for missions. Though his life has been the subject of more than fifty biographies and case studies, it is difficult to view him under one common denominator. He has been called the 'founder and father of modern missions' (Smith 1885:437) and 'a great statesman, a skilled botanist and a real friend of Bengal and the rest of India' (Davis 1963:73). In all aspects he was a pioneer. Distinguishing him from others, we see that his mission work is deeply rooted in a variety of secular disciplines. His work indicates a turning point (Neill 1982:261) in 19th-century mission work. The religious crisis in the Western churches has led to a loss of conviction that belief in Christ Jesus is vital, and that without faith in Him people are lost. We ask the question, 'Why does Carey still feature in the world of missions today?' We wrong ourselves when we do not listen to his voice, because it has been said that 'in the whole history of the church no nobler man has ever given himself so fully to the service of the Redeemer' (Neill et al. 1971:83). He had a vision1 for missions, but also a concrete plan for the realisation of this vision. For the 21st century Carey with his mission principles is a modern mission strategist.


 

 

'I hope you will be a missionary wherever your lot is cast ...

it makes but little difference after all where we spend these few

fleeting years, if they are only spend for the glory of God.

Be assured there is nothing else worth living for.'

Elizabeth Freeman, zendelinge te India, de marteldood gestorven in 1857.

 

Een open deur

Op een bijeenkomst van de Northampton Association in 1786 gaf William Carey (1761-1834) de aanwezige predikanten in overweging 'whether the command given to the apostles to teach all nations was not binding on all succeeding ministers to the end of the World, seeing that the accompanying promise was of equal extent' (Webber 2005:15).2 Nog tijdens de vergadering ontving hij op zijn voorstel een aperte afwijzing.3 Zelfs zijn eigen vader 'thought him mad' toen hem later verteld werd dat zijn zoon naar India zou gaan (Webber 2005:7). Niet uit het veld geslagen heeft Carey echter zijn visie voor zending op papier gezet. Dat hij niet de enige was in die tijd die hierover nadacht blijkt hieruit, dat in datzelfde jaar 1786, de bisschop van Lincoln in zijn jaarlijkse preek voor de Society for the Propagating the Gospel (SPG) een oproep had gedaan voor de evangelisatie van India. Carey's hartekreet kwam voort vanuit de geestelijke en morele staat van de wereld om hem heen, en hij zag het als zijn opdracht om de mensen in die wereld het Evangelie bekend te maken. Diep was hij beïnvloed door de werken van Jonathan Edwards, John Bunyan, Jeremy Taylor, Captain James Cook en Robert Hall. Vanuit dezen ontwikkelde hij zijn theologie en zijn missionaire visie, waarbij de geschriften van Cook zijn ogen openden voor verre volken.

Om Carey de vader van de moderne zending te noemen doet dus niet helemaal recht aan al de anderen die vóór en ook tijdens zijn leven op hun wijze vorm hebben gegeven aan nieuwe zendingsinitiatieven.4 Zijn passie voor de zending vond zijn expressie in An enquiry into the obligation of Christians to use means for the conversion of the heathens (1792). Kort na de uitgave van dit geschrift schreef hij boven de preek uit Jesaja 54:2-3: 'Expect great things from God. Attempt great things for God'.

Met een aantal collega's, ingewonnen voor zijn voorstel, werd op 02 oktober 1792 in Kettering de Baptist Missionary Society (BMS) gevormd, met dertien pond als startkapitaal 'taken in Fuller's snuffbox' (Broomhall 1989:103).5

Uitgezonden door de BMS arriveerde hij op 11 november dat jaar in Calcutta (India),6 van waaruit hij in 1800 zich vestigde in de Deense enclave van Serampore, ongeveer 16 mijl verwijderd van Calcutta. Aanleiding voor deze stap is geweest dat Carey genoeg had van de tegenwerking van de Britse ambtenaren.7

In Serampore hadden de Moravische Broeders al aanzienlijk zendingswerk verricht.8 Carey's aanleg voor talen werd al snel duidelijk in het Bijbelvertaalwerk dat hij ter hand nam. Vier jaar na zijn aankomst zag een eerste uitgave van het Nieuwe Testament in het Bengali het licht. Serampore werd nu het linguïstische centrum van het nieuwe zendingsveld.

Met hulp van Indische assistenten werd door de jaren heen de hele Bijbel in het Bengali, Sanskriet, Oriya, Hindi, Assamees, en Marathi vertaald en verschenen in dertig verschillende talen delen van het Nieuwe Testament.9

Evangelieprediking en het maken van bekeerlingen was het doel van de zending in Serampore. Zeven jaar na zijn komst doopte Carey in India de eerste hindoe. Toch lag zijn bijzondere bijdrage voor de zending op een ander vlak: het vlak van het Bijbelvertaalwerk en de doordenking van hoe de kerk in India gestalte moest krijgen. In een brief uit 1797 vermeldde hij twee obstakels voor het zendingswerk: 'the want of the Bible, and the depravity of the human heart' (Carey & Wayland 1836:199). Zo snel mogelijk wilde hij een inheemse kerk stichten. De eerste bekeerling, Krishna Pal, werd evangelist te Calcutta en Assam. Als een van de eersten heeft Carey de belangrijke plaats van vrouwen gezien in de kerk. Ver wilde hij met de cultuur meegaan, maar hij schroomde niet om die facetten te kritiseren, zelfs te veroordelen, die tegen de wil van God waren. Zo protesteerde hij fel tegen het doden van kleine kinderen, die in de rivier werden gegooid als een offer voor de goden, tegen kinderprostitutie, en tegen de sati - het verbranden van de weduwen.

Vanaf 1794 was hij bezig als indigo10 planter; dit deed hij, ervan overtuigd zijnde dat zendelingen in hun eigen onderhoud moesten voorzien en niet afhankelijk behoorden te zijn van een bestuurlijk lichaam in Engeland.11 Zijn opvattingen over zending werden niet altijd door anderen gedeeld en dit was mede de oorzaak van het pijnlijke conflict in 1818 tussen het BMS-bestuur en de Serampore Mission. In zijn vertaalwerk nam hij beslissingen die hij strategisch gezien belangrijk vond om de Indiërs voor Christus te winnen, maar dit werd niet altijd door zijn vrienden in Engeland begrepen.12 Persoonlijk leed is hem niet bespaard gebleven: onbegrip in Engeland over zijn werkwijze; tegenslag en diepe armoede in zijn werk en gezin; zijn eerste en zijn tweede vrouw alsmede ook twee kinderen afgestaan aan de dood.

Desalniettemin kon Carey er aan het einde van zijn leven in 1834 op terugzien dat de Bijbel en bijbelgedeelten waren vertaald in veertig talen, dat hij als hoogleraar had gediend in Calcutta, dat het College in Serampore was gesticht, dat er een open deur voor het Evangelie was onstaan in India, dat het parlementaire edict dat het verbranden van weduwen verbood, was aanvaard, én, als laatste - en dit was zijn hoofddoel13 - dat er bekeerlingen tot Jezus Christus waren gekomen.

Zijn laatste wens aan dr. Duff14 was: 'Wanneer ik ben heengegaan, zeg dan niets over dr. Carey, maar spreek over de God van dr. Carey'. Een eenvoudige grafsteen markeert de laatste rustplaats van deze 'een van de bekwaamste en godvruchtigste zendelingen van zijn tijd',15 met daarop de woorden van Isaac Watts:

William Carey

Born August 17th, 1761, Died June 9th, 1834

'A wretched, poor, and helpless worm, on Thy kind arm I fall.'

Zijn vertrek naar India in 1793 is de effectieve start geweest van de protestantse zendingsbeweging en bij zijn overlijden in 1834 was het hele denken over de zending aan het begin van de Victoriaanse tijd totaal veranderd. Nu 250 jaar na de geboorte van Carey blijkt dat zijn zendingsprincipes niets verloren hebben van hun oorsprokelijke kracht. Wat in Serampore is uitgewerkt, is voor kerk en zending van onuitwisbare betekenis (Neill 1982:263).

In twee van Carey's geschriften, namelijk de Enquiry (1792) en het Form of Agreement (1805) zullen wij de visie, motivatie, inspiratie en spiritualiteit van Carey zien, en dit zal voor hen die vandaag bezig zijn binnen de wereld van de zending sleutels aanreiken die openingen geven tot een hernieuwd zendingsélan.

 

Uitgangspunt: 'And I will go down'

Voor de wereld om hem heen had Carey grote belangstelling en de beschrijvingen over de staat van de 'savages' in de reisboeken van Thomas Cook16 raakten hem. Hij deed inspiratie op uit de geschriften van de zendelingen John Eliot (1604-1690) en David Brainerd (1718-1747) onder de indianen in Noord-Amerika. Dit liet hem zien dat deze mensen Gods schepsels waren en de soevereine genade van God nodig hadden. Van grote invloed op hem was de publicatie van Andrew Fuller's The Gospel worthy of all acceptation (1784), met op de titelpagina de tekst uit Mattheüs 28:19: 'Ga dan heen, onderwijs al de volken'. Carey deed een oproep tot gebed, 'to bewail the low state of religion, and earnestly implore a revival of their churches and of the general cause of the Redeemer, and for that end to wrestle with God for the effusion of His Holy Spirit ... Let the whole interest of the Redeemer be affectionately remembered, and the spread of the Gospel to the most distant parts of the habitable globe be the objects of your most fervent requests' (in Wells 1985:131). Carey zag in dat Gods belofte om met Zijn kerk te zijn tot aan het einde van de wereld correspondeert met Zijn opdracht om te gaan naar de einden van de wereld! Zijn visie werd door hem in India omgezet in werkelijkheid. 'It is clear', said Andrew Fuller to Carey, 'that there is a rich mine of gold in India'. 'And I will go down', returned Carey, 'if you will hold the ropes' (zie Williams & Williams 1892:11-12).

Carey's theologische fundatie voor de zending, het praktische plan voor de implementatie ervan, en de noodzakelijke kwalificaties voor een zendingswerker, zijn verwoord in de Enquiry (in Webber 2005:53-100).17 Dit geschrift uit 1792 is hét beroemde pleidooi geworden voor actie! Het mandaat voor zending is in het Nieuwe Testament verwoord als integraal deel van het christelijk geloof. Carey's onderzoek maakt zichtbaar dat grote aantallen mensen op deze aarde nog nooit het Evangelie hebben gehoord.18 Niet alleen bij de formatie van de BMS,19 waar hij dé drijvende kracht was,20 maar ook zijn geschrift de Enquiry trok bij velen de aandacht. Het werd het eerste manifest van de moderne zendingsbeweging. Wat Carey verwoordde was de balans tussen inspiratie en informatie. Carey zag dat zending door de kerk ter hand moet worden genomen, en voor dat werk geeft de Enquiry een bijbels perspectief. Als een 'landmark in Christian history'21 geeft het op een indrukwekkende manier de raison d'être aan voor deze krachtige zendingsoproep. De Enquiry is bijbels onderbouwd, getuigt van grote kennis van de kerkgeschiedenis en de geografie, en heeft tegelijk oog voor de praktische realiteit. Dit laatste blijkt uit de omschrijving van de gevaren waaraan een zendeling wordt blootgesteld en aan de gedetailleerde beschijving waaruit de uitrusting van een zendingswerker dient te bestaan (Webber 2005:90, 93).

In de zendingswereld van vandaag is er sterk de neiging om in de zending het functionele te laten prevaleren boven het religieuze. Zowel organisatorisch alsmede in de bemensing wordt heel sterk gekeken naar de CV van de persoon. Carey vraagt naar het geloof en vergeet de praktijk niet. Een korte introductie legt de scopus en het doel uit van de Enquiry:

As our blessed Lord has required us to pray that His kingdom may come and His will be done on earth as it is in heaven, it becomes us not only to express our desire of that event by words, but to use every lawful method to spread the knowledge of His name. In order to do this, it is necessary that we should become in some measure acquainted with the religious state of the world; and as this is the object we should be prompted to pursue not only by the gospel of our Redeemer, but even by the feelings of humanity, so an inclination to conscientious activity therein would form one of the strongest proofs that we are the subjects of grace, and partakers of that spirit of universal benevolence and genuine philanthropy which appear so eminent in the character of God himself.22

Hier zien wij Carey's motief: liefde en gehoorzaamheid aan God die hem gered heeft, en de staat van de wereld zonder Christus. Hij citeert verschillende bijbelse bewijsteksten, waaronder de krachtige passage uit Romeinen 10:15: 'En hoe zullen zij prediken, als zij niet gezonden worden. Zoals geschreven staat: Hoe lieflijk zijn de voeten van hen die vrede verkondigen, van hen die het goede verkondigen.'

 

Een nieuwe tijd dient zich aan

Door inductieve redenering leidt Carey de lezers van de premisse dat christenen hebben te bidden voor de komst van Gods Koninkrijk tot de conclusie dat dit gerealiseerd wordt door missionaire betrokkenheid van hen 'who are the subjects of grace, and partakers of that spirit of universal benevolence and genuine philantropy which appear so emeninent in the character of God himself'.23

Carey reageert op de vooronderstelling van veel calvinisten en lutheranen uit die tijd die beweren dat wanneer God de heidenen wil bekeren Hij dan zelf wel een weg zal uitdenken om dat te doen en ons niet nodig heeft. Carey concludeert dat het nú de tijd is om het Evangelie aan de niet-gelovigen te preken.24 De gehoorzaamheid aan de opdracht van Christus staat voorop. Na bijna twintig pagina's met statistieken concludeert hij dat het overgrote deel van de mensen nog steeds in onkunde leeft van het Evangelie.25 Hij kijkt ook naar de situatie in Engeland zelf. Zelfs dit land, aangemerkt als christelijke natie 'presents a dreadful scene of ignorance, hypocrisy, and profligacy', en waar 'the truths of the gospel, and even the gospel itself, are attacked . and the kingdom of our Lord Jesus Christ undermined' (in Webber 2005:87).

De compilatie in de Enquiry van statistieken van bevolking, 236 geografische regio's en de religieuze staat van de bewoners, laten zien hoe conscientieus Carey te werk ging.

Afstand, taalbarrières en gevaren zijn voor Carey geen punt om niet het zendingswerk aan te pakken. Integendeel, het is tegen de geest van het Evangelie om niet te gaan. Met een beroep op 1 Korinthe 6:1926 zegt Carey dat elke christen geheel toegewijd dient te zijn aan God. Een christen 'engages himself to go where God pleases', zo benadrukt hij de gehoorzaamheid als motief voor de zending, maar ook noemt hij de bewogenheid met de verloren staat van de mensen als motief (Webber 2005:89). Hij leed onder hun maatschappelijk ongeciviliseerde staat. Hij mat dat af aan de Europese of Anglo-Amerikaanse cultuur. Is het Evangelie niet de meest effectieve manier voor civilisatie?27 Is voor Carey in 1792 nog de verloren staat van de niet-christenen het zendingsmotief, in het Serampore 'Form of Agreement' (1805) zien we meer het motief van de miljoenen zielen die naar de hel gaan.28

Carey's visie had duidelijk programmatische elementen. Direct betrekt hij de bekeerlingen in India bij het opbouwwerk van de gemeente. Uitbouw en opbouw van de gemeente gaan bij hem hand in hand. God is het die de mensen bekeert, maar zendelingen zullen alles moeten doen wat in hun vermogen is om de taal te leren, het denken van de mensen te doorgronden en hun gewoontes te weten. Daarbij dienen ze zeer nederig te zijn en ook niet wreed tegen de dieren, want dit schaadt het Evangelie. Behandel de mensen waaronder je werkt als je gelijken, dan zullen ze zich ook bij de zendingswerkers thuis voelen (Webber 2005:91-92). Voor de sterk hiërarchische Britse structuren in Engeland waren deze dingen compleet nieuw. De publicatie van de Enquiry heeft net als Luthers 95 stellingen een schok teweeggebracht en het denken over de zending fundamenteel beïnvloed (Kane 1982:85). Door de stichting van de BMS en Carey's vertrek naar India kwam de protestantse zendingsbeweging effectief op gang. Zijn voorbeeld volgend ontstonden in de volgende twintig jaar in Europa en Noord-Amerika in snelle opeenvolging verschillende nieuwe zendingsorganisaties. Waren er tot die tijd maar enkele protestantse zendelingen actief, nu werden zij een 'substantial force'.29

Door de Enquiry is het denken over zending en evangelisatie in die tijd sterk veranderd. De kracht van dit document is dat de auteur zijn passie die hij zo hartstochtelijk naar voren heeft gebracht ook in praktijk brengt! Daarbij waren zijn journalistieke bezigheden zowel het kanaal als ook het voertuig waardoor hij zijn zendingswerk gestalte gaf: zij waren de katalisator en het bij-produkt voor zijn werk.

 

Serampore 'Form of Agreement'

Na aankomst in India moest hij verschillende keren van woonplaats veranderen totdat hij in 1794 een permanent verblijf kreeg en mede de zorg had voor een plantage. Onafhankelijk en modern in zijn opvattingen geloofde Carey vanaf het begin dat zendelingen snel zelfvoorzienend moesten zijn op het werkveld. Eenmaal gevestigd in Serampore sloten enkele anderen zich bij hem aan. William Ward, een drukker30 die Carey had ontmoet in Engeland en al bestemd was om met hem mee te gaan naar India, arriveerde met Joshua Marshman en zes anderen van de BMS op 13 oktober 1799 in India. Carey, Marhsman en Ward zouden verder gebroederlijk vele jaren gezamenlijk optrekken.31

Dikwijls worden zij aangeduid als het Serampore Trio. Slavernij,32 zelfverminking, abortus, weduwenverbranding en euthanasie waren enkele van de sociale misstanden die de Serampore zendelingen probeerden aan te pakken. Veel van deze misstanden werden door hen bekend gemaakt via de bulletins die van de persen in Serampore kwamen.

In 1805 verscheen van de hand van Carey, Marshman en Ward het Form of Agreement.33 Dit is een coherent programma waarin kortelijks in elf punten de zendingsmethode in Serampore wordt uiteengezet. Dit document doet nu na 200 jaar nog verrassend fris aan. Wij lichten er een aantal hoofdpunten uit. De premisse is het reformatorisch principe dat 'only those who are ordained to eternal life will believe, and that God alone can add to the church such as shall be saved'. De erkenning van de soevereiniteit van God was voor de zendelingen een zekerheid die hen door alles heenhielp.

Het doel van het zendingswerk wordt als volgt geformuleerd: zendelingen (hier genoemd de 'fishermen') 'were to aim at drawing men to the shores of eternal life'.

Geconcludeerd wordt dat de morele staat van de mensen in het India in die tijd zeer laag is. 'This vast country, lying in the arms of the wicked one.' Maar wanneer wij zien de 'value of souls' dan is het onmogelijk om stil te blijven zitten.

Voor de goede uitvoering van het werk is het nodig dat zendelingen 'gain all the information we can of the snares and delusions in wich these heathen are held'. Dit wordt gedaan door 'conversing with sensible natives, by reading some parts of their works and by attentively observing their manners and customs'.

Carey wil dicht bij de mensen zijn en in de gesprekken met de Hindoes 'we abstain from those things which would increase their prejudices against the Gospel. Those parts of English manners which are most offensive to them should be kept out of sight as much as possible'. Bij nauwkeurige lezing is zichtbaar dat de zendingsmethode van de Moraviërs mede model heeft gestaan voor het Serampore Trio. De interessante experimenten in contextualisatie van Carey zijn hem door de Moraviërs met hun gemeenschappelijke levensstijl en hun spiritualiteit tot bron van inspiratie geweest. De werkwijze van Carey komt overeen met de zendingsprincipes van Ziegenbalg (Neill 1982:228-231).

Zendingswerkers hebben een voorbeeldfunctie en 'it becomes us to watch all opportunities of doing good'. Praat met de mensen in de dorpen, praat met knechten, werkers, en anderen 'as often as opportunity offers . This is the life to which we are called in this country . We ought to be easy of access, to condescend to them as much as possible, and on all occasions to treat them as our equals . We can make never sacrifices too great, when the eternal salvation of souls is the object'.

Wat is op het zendingsveld de belangrijkste inhoud van de preken? Doe net als Paulus, 'and make the greatest subject of our preaching, Christ Jesus'. Dat alleen is 'useful to one's soul. The doctrine of Christ's expiatory death and all-sufficient merits has been, and must ever remain, the grand mean of conversion . O then may we resolve to know nothing among Hindoos and Mussulmans but Christ and Him crucified'. In de catechese 'we shall do well to simplify our first instructions as much as possible, and to press the great principles upon the minds of the converts'.

Carey was vooral heel praktisch in zijn werk. In de Indiase samenleving waren de vrouwen overwegend in huis en niet te bereiken voor mannelijke zendelingen. Zij bleven dan ook meestal verstoken van het Evangelie. Om ook de vrouwen te bereiken bepleitte Carey 'the assistance of the females who have embarked with us in the mission . It behoves us, therefore, to afford to our European sisters all possible assistance in acquiring the language, that they may, in every way which Providence may open to them, become instrumental in promoting the salvation of the millions of native women who are in a great measure excluded from all opportunities of hearing the word from the mouths of European missionaries. A European sister may do much for the cause of religion'.

Hoe zal in dit immens grote continent het Evangelie verbreid worden? Ook hier is Carey baanbrekend. 'Another part of our work is the forming of our native brethren to usefulness, ... cherishing every gift and grace in them.' Carey is hier niet alleen heel pragmatisch, maar ook heeft hij oog voor de gevoelens van de Indiërs. Er zijn 'prejudices of the natives against the very presence of Europeans'. De mensen moeten ook hun eigen predikanten en diakenen uit hun midden kiezen om de locale kerken te leiden. 'As much as possible, without interference of the missionary of the district.' En wees nu niet bang dat ze theologisch afwijkende leringen zullen verbreiden, want 'the whole of their affairs will be constantly superintended by an European missionary'.

Bekeerlingen krijgen ook geen andere naam bij hun doop, want dat deden de apostelen ook niet. Het leren van de talen is voor Carey en de anderen een eerste voorwaarde voor succesvol zendingswerk en via godsdienstige traktaten dient het Evangelie ook verspreid te worden. Daarvoor zullen veel mensen dienen te kunnen lezen. Laat er dan scholen komen waar de leerlingen gratis onderwijs kunnen ontvangen. Een zendeling dient ook voor zijn eigen geestelijk leven te zorgen, 'being instant in prayer, and the cultivation in personal religion'; zo zal hij leven in 'a mild and winning temper'. 'To keep these ... ideas alive in our minds, we resolve that this Agreement shall be read publicly, at every station, at our three annual meetings, vis., on the first Lord's day in January, in May, and in October'.34

 

Een Indiase kerk

Grote tegenslagen zijn Carey niet bespaard gebleven, en de concretisering van zijn zendingsprincipes heeft hij niet volledig kunnen doorvoeren. In 1812 bericht hij aan Fuller dat de drukpersen allemaal verbrand zijn. Kostbare manuscripten, Carey's werk van jaren, was in rook opgegaan. Dan vervolgt hij:

'The ground must be labored over again, but we are not discouraged ... We have all been supported under the affliction, and preserved from discouragement. To me the consideration of the divine sovereignty and wisdom has been very supporting . I endeavored to improve this our affliction last Lord's day, from Psalm xlvi.10, "Be still and know that I am God". I principally dwelt upon two ideas, viz.: 1. God has a sovereign right to dispose of us as he pleases. 2. We ought to acquiesce in all that God does with us and to us' (in Wells 1985:135).

Op treffende manier brengt hij Gods soevereiniteit voor het voetlicht. Er is bij hem geen sprake van een 'ongeluk' of 'ongemak', maar hij is ervan overtuigd dat God uitvoert het recht om te handelen zoals Hij wil. Voor onze tijd is het voor velen moeilijk dit te erkennen: Soevereiniteit betekent Gods recht van handelen. Maar ook in het ten uitvoer brengen van dat recht spreekt Zijn soevereiniteit.

Vandaar de oproep bij Carey en anderen tot gebed. Zij waren ervan overtuigd, dat het hele proces van evangelisatie van de wereld tot aan de einden van de aarde vast ligt in de handen van God. Het gebed dient ertoe dat mensen de genade ontvangen om Hem in alles te volgen. Carey overtuigde zich altijd, dat elke beslissing die hij nam gebaseerd was op de kennis van de situatie, welke mogelijkheden daar voor hem mogelijk waren en het zoeken wat voor hem de beste manier zou zijn om de Indiërs met het Evangelie te bereiken.35

Al in een brief geschreven in 1797 zag hij voor het zendingswerk twee zaken die noodzakelijk waren: de noodzaak om de Bijbel in de taal van de mensen beschikbaar te maken en om door het bevrijdende Evangelie de verdorvenheid van het menselijk hart te breken (Carey & Wayland 1836:199).36

Zijn levenswerk bestond vooral hierin, om het eerste obstakel weg te nemen. Was voor Carey de gehoorzaamheid primair, naast de gehoorzaamheid was voor hem ook de compassie. Hij was begaan met de verloren staat van hen die de levende God niet kennen. In het Form of Agreement komt dit argument sterk naar voren. Als eerste stelt de Agreement de leer van de eeuwige straf en wat een onbekeerde ziel te wachten staat.37 Opmerkelijk, dat het aspect van 'de eer van God' niet door Carey als zendingsdoel genoemd wordt. Is hij meer antropocentrisch dan theocentrisch? (Oussoren 1945:217) Hoewel niet expliciet als zendingsmotief genoemd, heeft Carey wel in zijn Journal het verlangen uitgesproken dat al zijn werk zal zijn voor de eer van God (zie Carey & Wayland 1836:105, 133).

Carey zoekt werkers voor God, maar wat voor soort werkers zijn nodig? Carey en ook anderen laten zien dat het mensen zijn die blind varen op het Woord van God. Zij baden, vóórdat zij iets anders deden. En pas dan deden zij werk voor het concrete leven van de bevolking.38 Zij kenden hun God en zij wisten dat de oogst in Zijn hand was. In de Enquiry, maar ook in het Form of Agreement staan enkele vereisten voor een goede zendeling. Het zal zijn een man/vrouw van vroomheid, gebed, orthodox in de leer, begenadigd met voorzichtigheid, moed en volharding. Steeds weer proberen met de mensen in contact te komen en hun taal meester worden. Als kinderen van God is geen enkele moeilijkheid, zelfs de dood, te groot voor de goede zaak.

Hoe komt het Evangelie verder? Daarvoor gebruikte Carey elke denkbare methode, waarbij de Bijbel steeds fundamenteel en leidend was. Waar hij maar kon verspreidde hij Bijbels in de taal van de mensen. Kom zo snel mogelijk tot de vorming van een kerk en verdiep je in de achtergronden en gedachten van de niet- christenen.39 Overal zette hij lekenpredikers in die de taal van de lokale bevolking kenden. Grondig ging Carey te werk. Zijn Bijbelvertaling in het Bengali werd door hem maar liefst acht keer gereviseerd. Is er een betere voorbereiding voor het zendingswerk dan dit? Een zendeling is een man die weet dat de oogst in de handen van God is. Wanneer je dat weet hoef je niet alles te weten. Maar je gelooft God en Hij is de boodschap en het motief voor de zending. Naast het frequente lezen van de Bijbel had Carey zelf geestelijk veel steun aan de werken van Jonathan Edwards (Carey & Wayland 1836:73, 112). Eerlijk laat hij een blik slaan in zijn eigen hart wanneer hij openhartig, op het hoogtepunt van zijn werk in 1810, schrijft over vele moeilijkheden en tegenslagen. Jarenlang sleepte hij zich voort, had moeite zich aan eigen regels te houden, legde zichzelf elke dag grote verplichtingen op en was voortdurend bezig zich moed in te praten (Marshman 1858:I.432-434). Carey doorleefde levenslang dat 'roeping, vreugde en aanvechting'40 voor een werker in Gods Koninkrijk een onontkoombare drieslag is. Wij, mensen die leven in de volle, haastige wereld van de 21ste eeuw staan versteld hoe Carey zijn passie voor de zending in het dagelijkse leven tot uiting bracht. In een brief van 12 juni 1806 aan Ryland41 geeft hij een werkverslag van één dag. Zijn volle en intense toewijding tot de uitvoering van zijn programma dwingt groot respect af.

I rose this day at a quarter before six, read a chapter in the Hebrew Bible, and spent the time till seven in private addresses to God and then attended family prayer with the servants in Bengalee. While tea was pouring out, I read a little in Persian with a moonshi who was waiting when I left my bedroom. Read before breakfast a portion of the Scriptures in Hindoosthanee. The moment breakfast was over I sat down to the translation of the Ramayana from Sangskrit, with a pundit ... Continued this translation until ten o'clock, at which time I went to the College, and attended duties there till between one and two o'clock. When I returned home, I examined a proof sheet of the Bengalee translation of Jeremiah, which took till dinnertime ... After dinner translated with the assistant of the chief pundit of the college, greatest part of the eighth chapter of Matthew, into Sangskrit. This employed me till six o'clock. After six sat down with a Telinga pundit ... to learn that language. Mr. Thomas called in the evening, I began to collect a few previous thoughts into a form of a sermon, at seven o'clock, and preached in English at half past seven . The congregation was gone by nine o'clock. I then sat down to write to you. After this I conclude the evening by reading a chapter in the Greek testament, and commending myself to God. I have never more time in a day than this, though the exercises vary. (Alban, Woods & Daigle Williamson 2005:99)

Carey heeft steeds voor ogen gehad het stichten van een Indiase kerk onder Indiase leiding. De zendingswerker is niet bezig voor zichzelf; hij is een dienaar van God, dit kan inhouden bereid te zijn vrienden, plezier en comfort los te laten, om geheel toegewijd de zaak van het Evangelie te dienen en bereid te zijn daarheen te gaan waarheen God je zendt (Webber 2005:67-76). Voor Carey was de ordinatie van een 'native pastor' de sleutel voor het ontstaan en de opbouw en de uitbouw42 van de locale kerk. Deze gedachte is later ook heel sterk naar voren gebracht door Rufus Anderson (1796-1880).43

Waar moeten deze 'native pastors' vandaan komen? Carey zag de noodzaak om hiervoor op het zendingsterrein een seminarie op te richten.44 Vanaf het begin legde Carey de organisatie zoveel mogelijk in handen van de Indiërs. De principes van 'self-support', 'self-government' en 'self-propagating' hebben voor de kerken in India gezorgd voor grote expansie. Carey, die hierin het nieuwtestamentische patroon wilde volgen, heeft al in zijn tijd moeten zien, dat juist de locale pastors zich verzetten tegen dit systeem, daar zij hetzelfde salaris verwachtten als de zendingswerkers. Harris tekent aan dat als reactie hierop veel zendelingen een duidelijk hiërarchische struktuur hebben gehandhaafd.45 Carey wilde van de Indiase kerken geen kopie maken van de kerken in Engeland. Hij liet voor de kerken daar het denominale label vallen.46

We merken hier ook op dat honderd jaar later de gedachten over 'self-support', 'self-government' en 'self-propagation' zo zijn uitgewerkt als het Serampore Trio voor ogen had. De Indiase kerken werden in de beginperiode duidelijk georganiseerd, ook intern, door organisaties in Engeland die de zendingswerkers uitgezonden hadden.47 Wij zullen ook andere overwegingen moeten meenemen wanneer gesproken wordt over kerkplanting en 'self-support'. De opmerkelijke groei van de Zuid-Koreaanse kerken in het midden van de 20ste eeuw moet worden toegeschreven aan andere oorzaken dan Carey, zoals andere missiologen waaronder Venn, Anderson en Nevius, hebben voorzien.48 Om een evenwichtige beoordeling te geven over deze dingen, moeten wij vaststellen dat alle pioniers ook weer kinderen van hun tijd waren en al heel snel geaccepteerd werd dat Europese controle reikte tot in de verste uithoeken van India. Zelfs was het zo dat na Venn's dood de CMS de organisatie van de jonge kerken in India tot in details regelde en de controle over de jonge kerken in India bleef uitoefenen.49

Zendingspioniers zetten soms iets in beweging maar moeten zich wel realiseren dat zij alleen door zelf het Evangelie voor te leven, voor anderen wegwijzers zijn. Zij zijn niet in staat tegen de stroom van de tijd in te zwemmen. In hoeverre dan ook de numerieke groei en krachtige kerkelijke activiteit zuiver geestelijk leven representeert en de mate waarin de jonge kerken zelfstandig zijn, blijft een gevoelig punt in deze discussie. De auteur is van mening dat, hadden kerken en zendingsorganisaties in het Westen geluisterd naar Carey en zijn visie omgezet in de daad, dan zou het Evangelie hele naties hebben getransformeerd. De jonge kerken zouden de kolossale gebouwen bespaard zijn gebleven, en grote sommen geld zouden beter besteed zijn geworden.50 Hoeveel kinderen zouden niet door echt gelovige catecheten zijn onderwezen en hoeveel zendingswerkers zouden dan niet bevrijd zijn van enkel bureauwerk! Wij kunnen er vandaag niet meer omheen interkerkelijk zending te bedrijven en benadrukken dat zending uitgevoerd wordt vanwege de gehoorzaamheid aan de opdracht van Christus en niet gebonden is aan het mandaat van een enkele zendingsorganisatie.51

 

Carey nu: Profiel van een leider

De Enquiry is een 'masterpiece' voor de zending en is een goede combinatie van informatie met inspiratie. In de terminologie van vandaag was Carey een facilitator. Hij daagde de status quo in de westerse wereld uit omdat hij de outreach naar de wereld bepleitte. De Enquiry en het Form of Agreement geven ons inzicht in het 'hoe', 'wat', 'wanneer', 'waar', en 'waarom', van de eind achttiende begin negentiende eeuwse protestantse zendingsbeweging. Zendelingen dienen volgens Carey meer te doen dan de mensen in een bepaalde cultuur de genade van Jezus Christus bekend te maken. Zij dienen deze cultuur ook te reformeren en te transformeren door een variëteit van communicatiestrategieën, zowel mondeling als schriftelijk. De Enquiry en het Serampore 'Form of Agreement' zijn voor Carey de theologische en morele rechtvaardiging voor het zendingswerk; het maakte echter in hem en bij vele anderen ook andere krachten wakker om te evangeliseren onder de massa's in India.

Door deze twee documenten, waarin zo duidelijk beschreven wordt waar het nu om gaat in de zending, zijn mensen die andere motivaties hadden en hebben, afgehaakt; anderen daarentegen heeft het juist bemoedigd om plaats te nemen in de rijen van zendingswerkers.

Carey's leven en zijn zendingsvisie laten een man zien die zijn taak discreet, eerlijk en integer uitvoerde - zelfs wanneer publiekelijk onderhevig aan smaad en bij veel tegenslagen. Hij zocht ernaar dat zijn werkwijze in overeenstemming was met de geopenbaarde wil van God. Daarbij was hij loyaal tot de zaak die hij verdedigde, zowel tegen God als de mensen van de BMS en de lokale bevolking. Zou hij dat niet zijn geweest, dan was het gevaar om compromissen te sluiten groot. Mede door zijn loyaliteit tegenover de zendingszaak was hij een stabiel werker. In zijn werk liet hij grote betrokkenheid zien voor anderen. Zo veel mogelijk verzamelde hij informatie om dan te kunnen handelen.

Carey als facilitator was een verdediger van partnership waarbij mensen uit bestaande organisaties of kerken bijeengebracht werden, in plaats van een eigen kerk te beginnen. Al in 1806 kwam Carey met het voorstel voor een zendingsconferentie 'of all denominations of Christians from the four corners of the world' (in George 1991).52 Zijn voorstel werd toen niet als realistisch gezien. Andrew Fuller van de BMS ontmoedigde ook Carey's 'pleasing dream', en geloofde dat het meer kwaad deed dan goed.53 Ook Henry Venn (1796-1873), afkomstig uit de Church of England, kon zeggen:

'God grant that unity of spirit may ever exist', en hij waarschuwde dat 'for unity of operations we are not prepared, except where the object is so definite as in the Bible Society ... In the constitution and management of missionary societies, each section of the church must conduct its operations upon its own distinctive denominational principles'.54

Carey was met zijn voorstel de tijd ver vooruit. Hij was er in zijn zendingswerk niet op uit om de belangen van de zendende kerk te promoten, maar om locale christelijke gemeenschappen, in zijn geval India, onafhankelijk van buitenlandse denominaties bestuurd door de mensen zelf, en dat allemaal in hun eigen cultuur.55

De enige samenwerking in die tijd was dat diverse zendingsorganisaties met elkaar afspraken maakten over het werkveld. Dit systeem - comity genoemd - organiseerde het zo dat afspraken gemaakt werden om elkaars werkterreinen te erkennen en niet als zending de verschillen in de westerse kerken over te brengen naar het zendingsgebied, om onnodige competitie en duplicatie van het werk te voorkomen.56

Carey is altijd duidelijk geweest over zijn zendingsmotivatie en hierin stond hij op één lijn met velen uit die tijd: de man/ vrouw die leeft in de 'duisternis' te brengen tot het 'licht'.57 De opkomst van een meer kritische theologie in latere tijd, om in de zending de uniciteit van Christus niet meer voorop te stellen, heeft volgens Netland de primaire motivatie van Carey, en later Hudson Taylor, voor onze tijd niet verdrongen (Netland 2001:114).58

Carey heeft voor velen na hem de ogen hiervoor geopend. Niemand minder dan Charles Gutzlaf (1803-1851) die gedurende drieëntwintig jaar hart en ziel heeft opgeofferd voor de evangelisatie van China, praktiseerde Carey's zendingsprincipes (Broomhall 1989:349).59 'Wat zegt de Bijbel?', heeft Carey ook direct voor ogen gehad, bij de kerk die uit zijn zendingswerk zou ontstaan. Deze zal zich duidelijk volgens bijbelse principes dienen te ontwikkelen en niet noodzakelijk volgens het model zoals dat zich in Engeland ontwikkeld heeft. Carey wilde dat de missionary vrij moet zijn om God te gehoorzamen zonder dat mensen, oftewel een comité, dit vooraf dient goed of af te keuren.60 In het eenvoudige nieuwtestamentische schema waar de gemeente de mensen apart zette en zij aan de hand van de Heilige Geest hun weg gingen,61 past niet dat officiële instanties met kantoren, personeel en organisatiestructuur dit in handen nemen.

Wat later door Roland Allen (1868-1947) naar voren werd gebracht heeft Carey al in zijn tijd gepraktiseerd. Een zendingswerker zal in zijn eigen onderhoud voorzien. Zoals de zendeling door God in zijn dienst wordt geleid, zo zal God ook de kerken leiden om de boodschapper van het evangelie te onderhouden. Hij zag het helemaal voor zich: gezonden door de kerk en onderhouden door de kerk. De kerk waar de zendingswerker vandaan komt kent hem, houdt van hem en op deze manier zullen capabele, betrokken mensen uitgezonden worden. Het gevaar dat zending bedreven wordt door hen die alleen uit zijn op salaris en status zal dan niet zo snel voorkomen, het geefgedrag van de gemeente wordt vergroot en de zendeling kan in complete vrijheid handelen zoals God het hem aanwijst. Een tijdgenoot van Carey, Anthony Groves, heeft door op deze manier te werken, de kosten van het zendingswerk met tweederde verkleind.62 Carey's ideeën waren in zijn tijd radicaal in die zin dat de focus van het werk ligt op de locale kerk. De loyaliteit van de zendeling ligt dan niet meer bij de zendingsinstantie maar bij de mensen waaronder hij werkt.63

Wel moeten wij zeggen dat door het beleidsmatige en het uitvoerende werk voor de zending vanaf de uitzending van Carey in handen te geven van de BMS, er toen toch wel een wissel is omgegaan. Tot op deze dag blijft het hele punt van wie verantwoordelijk is voor het beleid een onderwerp van discussie tussen de zending van de gevestigde kerken en de zogenaamde geloofszendingen en roept het spanningen op tussen de zendende instantie en de nieuw ontstane kerk. En de zendeling zit zo tussen twee vuren!

Carey's missionaire inzet was met zijn dood niet afgelopen. Zijn contributie aan de wereldzending heeft anderen geholpen om te gaan op de weg die hij geplaveid heeft. Voor India is vanuit Serampore een stroom van literatuur uitgegaan en goed gekwalificeerde theologen en Bijbelvertalers hebben de college daar verlaten om overal in het immens grote land te kunnen worden ingezet. Niet alleen India, maar tot op de dag van vandaag worden overal op deze wereld duizenden geïnspireerd door Carey.

William Carey zal bij elke christen die het zendingswerk ter harte gaat, het gevoel oproepen van ontzag, bewondering en inspiratie. Voor zijn vertrek naar India had Carey veel hechte vriendschappen met verschillende mensen die zich committeerden 'to hold the ropes' wanneer hij eenmaal in India zou zijn. Zendingswerk van veel kerken in deze 21ste eeuw lijkt Carey's missionaire visie te verwaarlozen. Onze generatie hoort met andere oren. Carey was zendeling om geen andere reden dan de glorie van God in Christus Jezus en een compassie voor de verlorenen. Wij hebben nodig dat Carey's visie opnieuw ontvlamt, omdat zijn visie van God was, en wij voortgaan met de proclamatie van Zijn Naam, Zijn heerlijkheid, Zijn Persoon, Zijn genade in 'the regions beyond'.

De gedachte dat zendingsorganisaties in het westen in een positie zijn om alleen beleids- en administratieve beslissingen te nemen voor hen die op het zendingsterrein werken, is vandaag de dag helemaal voorbij. Carey heeft dit al gezien en was ervan doordrongen dat alleen zij die onder en met de mensen werken adequate kennis hebben van de situatie en ook de context kennen waarbinnen de zaken zich afspelen. Problemen die door thuisorganisaties worden opgeworpen, leiden af van het eigenlijke werk en halen alle sappen om creatief en energiek bezig te kunnen zijn, weg. Emotioneel, spiritueel en fysiek droog je dan op. Het waren juist deze problemen die Carey sloopten, en niet het werk in India als zodanig.64 Toen nieuwkomers binnenkwamen in de structuur die Carey en zijn medewerkers hadden ontwikkeld, zonder die relatie van vertrouwen en wederzijds begrip met de 'rope holders', werden de onderlinge verhoudingen onverkwikkelijk.

Hier zijn voor ons grote lessen om te leren over communicatie, relaties, vertrouwen, reconciliatie en goede gezagsstructuren in de zending. De mensen van het thuisfront hebben een grote taak, die alleen gedaan kan worden onder gebed en wederzijds begrip bij zowel de thuisbasis en de mensen op het veld. Cultureel en geografisch is de afstand tussen zendingsorganisaties en zendingsveld groot en dit geeft onvermijdelijk beperkingen van perspectieven. Carey heeft sterk geleden onder de autoritaire druk van de BMS die het op de zendingswerkers uitoefende.65 Externe boards zijn voor het monitoren van de geldstromen, maar het beleid zal op het zendingsveld zelf worden bepaald. De man/vrouw op het zendingsveld voelt zelf de dagelijkse hartenklop van een cross-culturele dienst.

 

Onopgeefbaar getuigenis

Carey leefde in een totaal andere tijd dan de onze. Wanneer wij voorbij gaan aan alle andere veranderingen en alleen al zien naar de wereld van de zending, waar en op welke wijze is zijn visie en aanpak nog toepasbaar?

Carey heeft hen die in de communicatie van het evangelie betrokken zijn, laten zien om goede luisteraars te blijven (Zukowski 1994:159).66 Door de Enquiry en het Form of Agreement, in de persoonlijke correspondentie én levenshouding, geeft hij aan dat hij diepe veranderingen heeft doorgemaakt als resultaat van de vele ontmoetingen met de mensen van India. De kerk nú kan in haar getuigenis dán profetisch zijn - om met Zukowski te spreken (1994:159) - wanneer ze bereid is te luisteren en te delen in de vreugde en in de hoop, de angst en vrees van alle mensen.

Carey's zendingsprincipes zijn onopgeefbaar. De verkondiging van de gekomen, de gekruisigde, de opgestane en de te komen Christus is het eerste oogmerk van de zending. Als leider had hij een duidelijke overtuiging en was voor hem de autoriteit van de Heilige Schrift niet discutabel. Nu in onze tijd in veel missionair denken de focus ligt op óf de ecclesiologie óf op de pneumatologie, is het belangrijk de christologie hoog te houden. Wij zien hoe het primaat van de verkondiging van het Evangelie is geworden tot één van de vele aspecten van het zendingswerk en dat het christellijk geloof op een lijn gesteld wordt met andere godsdiensten. In de tweede helft van de 20ste eeuw heeft een paradigmaverschuiving plaats gevonden.67 Zending richt zich veel op de humanitaire noden van de gemeenschap en ze 'wordt niet al te zeer gedreven op de spits van de persoonlijke geloofsbeslissing'.68

Zending in de 21ste eeuw heeft geen nieuw 'social gospel' nodig. In voortdurende zelfcorrectie en door alles te plaatsen onder het koningschap van Christus over het gehele leven, heeft de kerk zich te laten leiden door Zijn laatste opdracht aan de kerk. Dan zal het geheel niet antropologisch, maar christologisch bepaald zijn.

In de vorige eeuw is door het Lausanne Committee for World Evangelization de verbreding van de zendingsopdracht aangeduid als een 'imaginative pioneering method', namelijk een benadering tot de evangelisatie die de nadruk legt op een positieve transformatie en verrijking van de cultuur. Voor Carey lag het primaat van de zending in de overdracht van het Evangelie en de bekering van de mensen tot de God en Vader van Jezus Christus. Dat vandaag de dag missiologen Carey claimen dat hij in beginsel het vocabulair gegeven heeft voor een zendingstheologie waarin plaats wordt ingeruimd voor de enculturatie, acculturatie en inculturatie (Zukowski 1994:163; vgl. Bosch 2001:296 e.v.), dan zegt dat wel iets over de reikwijdte van Carey's zendingsvisie, maar ook over het echte begrijpen van Carey!

Carey heeft in zijn leven dezelfde les geleerd als de eerste discipelen, en net als zij:

had been with Jesus ... There was no glamour of romance about their lives ... but it was the very power of simplicity and readiness to accept just the station and just the portion the Master had assigned them ... and from the simple story of their lives comes back to us that refrain of mingled rebuke and encouragement which the prophet heard from the angel's lips: Not by might nor by power, but by my spirit, says the Lord of hosts.' (Williams & Williams 1892:150)

Carey inspireerde en motiveerde de afgelopen twee eeuwen duizenden vanwege de diep gevoelde nood van hen die buiten het Evangelie leven en die een ernstig verlangen hebben, gedrongen door de liefde van Christus, de zendingsopdracht te gehoorzamen om het Evangelie te verkondigen aan alle volken. Deze prioriteit is de uiteindelijke strategie voor het zendingswerk in deze 21ste eeuw, waarbij wij ons in de uitvoering laten inspireren door deze unieke figuur, die hoog boven zijn tijdgenoten en zijn opvolgers uitsteekt.

 

Erkenning

Tegenstrijdige belangen

De auteur verklaart geen financiële of persoonlijke belangen te hebben die hem ongepast kunnen hebben beïnvloed bij het schrijven van dit artikel.

 

Literatuurverwijzingen

Alban, D., Woods, R.H. & Daigle-Williamson, M., 2005, 'The writings of William Carey: Journalism as mission in a modern age', Mission Studies 22(1), 85-113. http://dx.doi.org/10.1163/157338305774783667        [ Links ]

Barlow, F., 2000, Profiles in evangelism, Sword of the Lord, Murfreesborough, TN.         [ Links ]

Beaver, R.P., 1967, To advance the Gospel: Selections from the writings of Rufus Anderson, Eerdmans, Grand Rapids, MI. PMCid:1843241        [ Links ]

Bolkestein, M.H. et al., 1953, Schrift en kerk, Callenbach, Nijkerk.         [ Links ]

Bosch, D.J., 2001, Transforming mission, paradigm shifts in theology of mission, 16th edn., Orbis Books, Maryknoll, NY.         [ Links ]

Broomhall, A.J., 1967, Time for action, Christian responsibility to a non-Christian world, 3rd edn., Inter-Varsity Fellowship, London.         [ Links ]

Broomhall, A.J., 1989, Barbarians at the gates, book I of Hudson Taylor & China's open century, 2nd edn., Hodder & Stoughton, London. PMid:6026974        [ Links ]

Carey, S.P., 1923, William Carey, D.D., Fellow of Linnaean Society, Doran, New York.         [ Links ]

Carey, W., 1792, An enquiry into the obligations of Christians to use means for the conversion of the heathens, Ann Ireland, Leicester, UK.         [ Links ]

Carey, W., [1792] 1961, An enquiry into the obligations of Christians to use means for the conversion of the heathens, The Carey Kingsgate, London,         [ Links ] in D. Webber 2005, William Carey and the missionary vision, Banner of Truth Trust, Edinburgh.         [ Links ]

Carey, W., [1792] 1991, An enquiry into the obligations of Christians to use means for the conversion of the heathens, Baptist Missionary Society, Oxford.         [ Links ]

Carey, W., Marshman, J. & Ward, W., 1874, Serampore 'Form of Agreement' (1805), Baptist Mission Press, Calcutta.         [ Links ]

Carey, E., & Wayland, F., 1836, Memoir of William Carey, D.D., Gould, Kendall & Lincoln, Boston, MA.         [ Links ]

Carmichael, A., 1921, Walker of Tinnevelly, Morgan & Scott, London.         [ Links ]

Carmichael, A., 1951, Ragland, spiritual pioneer, 3rd edn., SPCK, London. PMCid:1063443        [ Links ]

Dann, B.D., 2004, Father of faith missions: The life and the times of Anthony Norris Groves (1795- 1853), Authentic Media, Waynesboro, USA/Bucks, England.         [ Links ]

Davis, W.B., 1963, William Carey: Father of Modern Missions, Moody, Chicago.         [ Links ]

Du Plessis, J. et al., 2009, Missionary perspectives in the New Testament, Wellington, RSA.         [ Links ]

Gábler, U., 1991, Auferstehungszeit, Erweckungsprediger des 19. Jahrhunderts, C.H. Beck Verlag, München.         [ Links ]

George, T., 1991, Faithful witness: The life and mission of William Carey, IVP, Leicester.         [ Links ]

George, T., 1998, Faithful witness: The life and mission of William Carey, New Hope, Birmingham AL.         [ Links ]

Hammond, P., 1982, The great century of missions, Christian Liberty Books, Cape Town.         [ Links ]

Harris, P.W., 1999, Nothing but Christ: Rufus Anderson and the ideology of Protestant foreign missions, Oxford University Press, New York.         [ Links ]

Joseph C. & Michele, 2001, 'William Carey and the Serampore Trio', International Journal of Frontier Missions, 18(3), 115-120.         [ Links ]

Kane, J.H., 1982, A concise history of the Christian world mission, rev. ed., Baker, Grand Rapids, MI.         [ Links ]

Kommers, J. & Kommers-Visser, A., 2008, Zending zonder franje, 2e druk, Heerenveen.         [ Links ]

Livingstone, W.P., 1921, Laws of Livingstonia, Hodder & Stoughton, London.         [ Links ]

Marshman, J.C., 1858-1859, The life and times of Carey, Marshman, and Ward, 2 vols., Longman, London.         [ Links ]

McIntosh, Hamish, 1993, Robert Laws: Servant of Africa, Handsel Press, Carberry.         [ Links ]

Miller, B., 1952, William Carey: The father of modern missions, Zondervan, Grand Rapids, MI.         [ Links ]

Neill, S., Anderson, G.H. & Goodwin, J. (eds.), 1971, 'William Carey', in Concise dictionary of the Christian world mission, Abingdon, Nashville, TN.         [ Links ]

Neill, S.A., 1982, History of Christian missions, 9th edn., Pinguin Books, Harmondsworth, Middlesex.         [ Links ]

Netland, H.A., 2001, Encountering religious pluralism, IVP, Downers Grove, IL.         [ Links ]

Oussoren, A., 1945, William Carey: Especially his missionary principles, Sijthof, Leiden.         [ Links ]

Rasker, A.J., 1953, 'Wet en Evangelie in de zendingsarbeid', in M.H. Bolkestein et al., Schrift en kerk, pp. 269-284, Callenbach, Nijkerk.         [ Links ]

Reilly, M.C., 1978 Spirituality for mission. Historical, theological, and cultural factors for a present-day missionary spirituality, Orbis Books, Maryknoll, NY.         [ Links ]

Sargent, J., 1861, Het leven van den eerwaarden Henry Martyn, zendeling in Indië, vertaling van de 18e Engelse editie, Höveker, Amsterdam.         [ Links ]

Scott Moreau, A., Corwin, G.R. & McGee, G.B., 2004, Introducing world missions: A biblical, historical, and practical survey, Baker Academic, Grand Rapids, MI.         [ Links ]

Shenk, W.R., 1983, Henry Venn: Missionary statesman, Orbis Books, Maryknoll, NY.         [ Links ]

Smith, G.A., 1885, The life of William Carey D.D.: Shoemaker and missionary, John Murray, London.         [ Links ]

Vielhauer, Ph., 1979, Oikodome, in G. Klein, Aufsatze zum Neuen Testament, Bd. 2, Kaiser, München.         [ Links ]

Walker, F.D., 1960, William Carey: Missionary pioneer and statesman, Moody, Chigaco.         [ Links ]

Webber, D., 2005, William Carey and the missionary vision, Banner of Truth Trust, Edinburgh.         [ Links ]

Wells, J., 1909, Stewart of Lovedale. The life of James Stewart, Hodder and Stoughton, Londen.         [ Links ]

Wells, T., 1985, A vision for missions, Banner of Truth Trust, Edinburgh.         [ Links ]

Williams, L. & Williams, M. (eds.), 1892 Serampore Letters. Being the unpublished correspondence of William Carey and others with John Williams, 1800-1816, G.P. Putnam's Sons, NY.         [ Links ]

Winter, R.D., 1992, 'The kingdom strikes back: Ten epochs of redemptive history', in R. Winter & S.C. Hawthorne (eds.), Perspectives on the World Christian Movement: A reader, pp. 209-227, William Carey Library, Pasadena, CA.         [ Links ]

Yayawardena, K., 1995, The white woman's other burden: Western women and South Asia during British rule, Routledge, NY.         [ Links ]

Zukowski, A., 1994, 'Evangelization and communication', in P.G. Granfield (ed.), The church and communication, Sheed & Ward, Kansas City, MO. PMCid:159248        [ Links ]

 

 

Correspondence:
Johan Kommers
Operadreef 94
3845 GR Harderwijk, the Netherlands
Email: j.kommers777@gmail.com

Received: 10 July 2012
Accepted: 02 May 2013
Published: 16 July 2013

 

 

2. Het jaar 1786 was ook belangrijk voor de Britse parlementariër William Wilberforce. In zijn dagboek schreef hij te willen leven voor de glorie van God. Hij streed net zo lang tegen de slavernij totdat in 1833 - het jaar van zijn sterven! - de Act in het parlement werd aangenomen om de slavernij, in welke vorm dan ook, uit te bannen uit het Britse rijk.
1. Uitgesproken in zijn preek uit Jesaja 54:2-3: 'Vergroot de plaats voor uw tent, laat men uw tentkleden wijd uitspannen, wees niet terughoudend, verleng uw touwen, sla uw pinnen vast. Want u zult zich rechts en links uitbreiden, uw nageslacht zal de heidenvolken in bezit nemen en de verlaten steden bevolken.' De preek is gehouden voorjaar 1792 in de Baptist Chapel in Park Street, Nottingham.
3. 'Young man, sit down. When God pleases to convert the heathen, He will do it without consulting you or me. Besides, there must first be another Pentecostal gift of tongues!' (zie Carey 1923:50). Deze discussie is later gerapporteerd door Mr. Morris, maar er zijn twijfels of dit antwoord, dat gegeven zou zijn door John Ryland, wel zo gezegd is. Wel is zeker dat Carey's voorstel niet enthousiast ontvangen werd door zijn collega's.
4. Zie het overzicht over de protestantse zending in de 18e eeuw, in Scott Moreau, Corwin & McGee (2004:114-135).
5. Andrew Fuller was de eerste secretaris van de BMS.
6. 'The day of the English speaking peoples in overseas missions had begun' (Neill 1982:262).
7. Sinds 1806, na een opstand van militairen in India, had de East India Company besloten geen nieuwe zendelingen meer toe te laten in het land. Zie de inleiding van Wright in Williams & Williams (1892:16): 'so hostile, at first, were the East India Company and the English government authorities'; alsook Neill (1982:232): 'In general the East India Company was hostile to missionary effort.'
8. In 1705 was via Denemarken namens de Francke Stichtingen de eerste protestantse zendeling naar Azië, Bartolomew Ziegenbalg, uitgezonden naar de Deense enclave Tranquebar gelegen aan de Coromandel kust van Zuid-Oost India.
9. In Serampore had Carey met zijn collega's het 'College for the instruction of Asiatic, Christian and other youth, in Eastern Literature and European Science', opgericht.
10. De indigoplant levert indigo ( = een donkerblauwe kleurstof) op.
11. Al in 1794 heeft Carey aan de BMS geschreven, dat hij geen geld meer nodig had vanuit Engeland.
12. Carey schreef na de dood van Fuller (in 1815) aan hen die dachten hem en zijn vrienden in Serampore te kunnen dicteren: 'We are yours to live and die for, but as your brothers, not as your servants. I beseech you, therefore, not to attempt to exercise a power over us to which we shall never submit... I do hope that the ideas of domination which Fuller never thought of, but which the Society has imbibed since his death will be given up' (Winter 1992:C-5).
13. Zie brief van Carey, 17 october 1793 aan de BMS (in Williams & Williams 1892:34-35) en brief van 11 november 1801 (ibid: 68).
14. Alexander Duff (1806-1878) was uitgezonden naar India door de Church of Scotland en werkte van 1830-1848 in Calcutta.
15. Bijlage I, 'Doctor Carey' (zie Sargent 1861:473-477).
16. 'To many, Cook's Journal was a thrilling story of adventure, but to Carey it was a revelation of human need' (Barlow 2000:2). 'Carey, who had drunk deep draughts from Cook's Voyages' (Williams & Williams 1892:11).
17. De Enquiry werd gedrukt op de persen van Ann Ireland, een drukkerij in die tijd bekend vanwege de uitgaven van 'reputed radicals'. Aldus in een uitgave van de Enquiry in 1961 in Londen bij The Carey Kingsgate.
18. 'Carey's pamphlet was a reasoned statement of Christian obligation, of World needs, of existent opportunities, and practical proposals for the formation of a missionary society (Walker 1960:68).
19. Carey ondernam dit met zijn vrienden Fuller, Ryland, Sutcliff and Pierce. Die wisten zich geroepen om de gebedsbediening en de financiële planning te gaan behartigen. Van de Enquiry verscheen eerst in 1818 een tweede druk. Dit nadat Carey's werk in India breed onder de bevolking in Engeland bekend was geworden.
20. 'I must consider the Mission as originating absolutely with Carey1, Ryland in Life and death of Fuller (in Walker 1960:84).
21. Typering is van Kane (1982). Vergelijk 'First manifesto of the modern missionary movement' (Webber 2005:xi; Scott Moreau et al. 2004:124).
22. Enquiry (1792), nieuwe facsimile uitgave 1961, Baptist Missionary Society, Oxford, 1991, 31.
23. Enquiry (in Webber 2005:1).
24. Enquiry (ibid:100). In 1701 was de 'Anglican Society for the Propagation of the Gospel in Foreign Parts' opgericht met als doelstelling om te werken onder Anglicanen in Amerika en West-Indië. Zendingswerk onder niet-gelovigen stond wel hoog op de lijst van de Society, maar in de praktijk werd het niet systematisch uitgevoerd.
25. Enquiry (ibid:76 - 87). Carey spreekt van een aantal van vierhonderd en twintig miljoen.
26. 'Of weet u niet, dat uw lichaam een tempel is van de Heilige Geest, Die in u is en Die u van God hebt ontvangen, en dat u niet van uzelf bent'.
27. 'Can we as men, or as Christians, hear that a great part of our fellow creatures, whose souls are as immortal as ours, and who are as capable as ourselves, . that they are without the gospel, without government, without laws, and without arts, and sciences; and not exert ourselves to introduce amongst them the sentiments of men, and of Christians. Would not the spread of the gospel be the most effectual means of their civilization?' (Webber 2005:89). Dit motief zien wij ook in het zendingswerk van de Livingstonia Mission in Nyasa land (Malawi) en de United Free Church of Scotland in Zuid Afrika. Zie Livingstone(1921); McIntosh (1993); Wells (1909).
28. William Carey et al., Serampore 'Form of Agreement', in Davis (1963:110-111) Zendelingen dienen de doctrine van de eeuwige straf voor de onbekeerden in hun prediking mee te nemen.
29. Joseph en Michele (2001:115). Een direkte reactive op Carey's vertrek naar India was de oprichting in 1795 van de London Missionary Society (LMS). De LMS was niet gebonden aan één denominatie. Door de LMS zijn onder anderen uitgezonden Robert Morrison (China); John Williams (Stille Zuidzee); David Livingstone (Afrika) en James Gilmour (Mongolië). In 1799 volgde de Church Missionary Society (CMS), 'to send out missionaries who should have heaven in their hearts and the world under their feet'.
30. Een jaar voor de aankomst van Ward had Carey voor het werk van de BMS de eerste drukpers gekocht.
31. 'They were as soul brothers whose lofty accomplishments extended from a devotion to one another that was exceeded in intensity only by their love for God' (Marshman 1859:introduction).
32. Carey protesteerde tegen de import van suiker uit West Indië omdat op de plantages slaven werden gebruikt. Zie Bosch (2001). Zie ook Williams & Williams (1892:87-88).
33. 'Form of Agreement respecting the Great Principles upon which the Brethren of the Mission in Serampore think it their duty to act in the work of instructing the Heathen, agreed upon at a Meeting of the Brethren at Serampore, on Monday, October 07, 1805.' Zie 'World Wide Missions', http://www.wholesomewords.org/missions/bcarey13.html
34. Citaten uit Form of Agreement. Over het onderwijs aan vrouwen, zie Yayawardena 1995:269-270 n. 8: 'In 1796, William Carey had spoken of the need for female missionaries to communicate the gospel... in a situation where superstition secludes all women of respectability from hearing the word, unless from their own sex. In 1809, a pioneer in female education in India, Hannah Marshman, started a Baptist day school for girls. By 1812, the Calcutta school run by the "Baptist trio", Carey, Marshman and Ward, had 310 male and 102 female students'.
35. 'The business operation was never an end in itself. Rather it was the God-provided means to accomplish a larger, worthier ideal. As Carey reminded himself, "If, after God has so wonderfully made way for us, I should neglect the very work for which I came thither, the blackest brand of guilt and infamy must lie upon my soul"' (George 1998:106).
36. Christus zal regeren 'until satan has not an inch of territory' (zie Hammond 2002:8).
37. W. Carey et al., Serampore 'Form of Agreement', in Davis (1963:110-111).
38. Vergelijk het pionierswerk van Robert Laws van de Livingstonia Mission in het onderzoek naar, de voorbereidingen van, en het vestigen van het zendingswerk rond Lake Nyassa in 1875 e.v. Zie hiervoor Livingstone (1921); McIntosh (1993).
39. De grammatica van het Sanskriet, een werk van 1000 pagina's, de vertaling van de Ramayana in het Engels en de studie van Carey's collega Ward over de manieren en gebruiken van de Hindoes zijn hiervan een sprekend bewijs.
40. Zie ondertitel Kommers & Kommers-Visser (2008).
41. Rev. dr. John Ryland doopte in oktober 1783 Carey door onderdompeling. Ryland was het die het eerste voorstel van Carey tot zending had afgewezen. Ryland was vanaf de stichting van de BMS lid van het uitvoerend committee. Zie Wright in Williams & Williams (1892:6-7).
42. Beide connotaties in het ene Griekse woord oikódomè, frequent door Paulus gebezigd in 1 Korinthe. Zie verder Vielhauer (1979).
43. Waar Rufus Anderson bekend door geworden is, is al door Carey in praktijk gebracht! Zie Beaver (1967:98).
44. In 1819 had in Serampore de opening plaats van het 'College for the instruction of Asiatic, Christian, and other youth, in Eastern Literature and European Science'. Dit college kreeg in 1827 het recht de graad van BA in Arts en BA in Divinity te verlenen. Nu bekend als Serampore University, hoofdzakelijk gesponsored door de William Carey Heritage Foundation. Doel van dit instituut was en is: 'The promotion of the belief in Jesus Christ's divinity and atonement'.
45. Zie Harris (1999:114): '... the chief obstacle to self-support came from native pastors who expected to live more like the missionaries than like their own impoverished flocks. He (Rufus Anderson) therefore urged missionaries to maintain a clear hierarchical division between themselves and their native assistants to guard against the danger that the natives might come to see themselves as missionaries'.
46. Vergelijk de Narsapur Baptist Mission waarvan de naam veranderd werd in Godavari Delta Mission en de gemeente gesticht door de Baptist Anthony N. Groves kreeg de naam Chittoor Mission. Zie Dann (2004:353, 366 n. 10).
47. Henry Venn verwachtte van zijn CMS collega's dat zij het Anglicaanse gebedenboek in de lokale taal zouden vertalen, zodat de gemeenteleden de diensten zo in zouden richten zoals dat in Engeland gebeurde! Het is mede hierdoor dat de CMS predikanten in India, T. G. Ragland and T. Walker (Superintendent of the Tamil Church), zich distantieerden van de officiële kerkelijk hiërarchie en als rondtrekkende predikers hun werk deden. Zie Carmichael (1921 en 1951).
48. Hierbij valt te denken aan de nationalistische houding van de Zuid-Koreaanse christenen tegen de Japanse agressie, het goed georganiseerde Bijbelklas-systeem in dat land, en vooral de Westerse investeringen in christelijke ziekenhuizen, scholen, en universiteiten, waardoor Zuid-Korea in een rap tempo getransformeerd werd in een moderne kapitalistische staat. Materiële welvaart heeft de christenen in staat gesteld om voor de financiering te zorgen van hun eigen kerken en instituties.
49. Zie over 'self-governing, 'self-supporting' en 'self-propagating' in Neill (1982:243-260).
50. Thomas Walker (CMS): 'The power of the rupee in our Indian missions has sometimes been more strongly felt than the power of the Holy Ghost (Dann 2004:362).
51. Fuller gebruikt hiervoor een opmerkelijk argument: 'Any denomination seeks only its own, it will be disappointed, but where it seeks the Kingdom of God and His righteousness ...'. (brief 1 augustus 1800 in Williams & Williams 1892:100).
52. De realisatie van Carey's voorstel kwam in 1888 toen de eerste inter-missionaire conferentie plaatsvond, later gevolgd door de International Missionary Conference in Edinburgh, 1910.
53. Carey zelf had eerder al geadviseerd: 'In the present divided state of christendom it would be more likely for good to be done by each denomination engaging separately in the work than if they were to embark together If all were intermingled, it is likely their private discords might throw a damp on their spirits and much retard their public usefulness' (Enquiry; in Webber 2005:98).
54. In een brief uit 1845 (in Shenk 1983:32).
55. 'It is only by means of native preachers we can hope for the universal spread of the Gospel through this immense continent', in Serampore 'Form of Agreement' (Carey et al. 1805; vgl. Neill 1982:265).
56. Het zou nog tot het eind van de 20ste eeuw duren voordat reguliere 'partnerships' ontstonden en 'consultations' gehouden werden om de groei van interkerkelijke locale kerken te stimuleren. Het idee erachter echter gaat ver terug, mede door initiatieven van Carey.
57. 'One simply cannot understand the remarkable Protestant missionary effort of the Nineteenth century, including the work of missionary pioneers such as William Carey, Adoniram Judson, David Livingstone and Hudson Taylor, without appreciating the premise underlying their efforts: salvation is only in the person and work of Jesus Christ, and those who die without the saving gospel of Christ face an eternity apart from God' (Netland 2001:9).
58. Zie ook de uitspraak van Hudson Taylor in 1894: 'There is a great Niagara of souls passing into the dark in China. Every day, every week, every month they are passing away! A million a month in China are dying without God'.
59. Over Gutzlaf, zie Broomhall 1989:180-187, 351-361.
60. Enquiry (in Webber 2005:91): 'He [de zendeling] engages to go where God pleases, and to do, or endure, what he sees fit to command, or call him to, in the exercise of his function Thus the apostles acted
61. Zie in Handelingen 13:1-3. Dit is, zoals we verderop zullen zien, nooit helemaal verwezenlijkt.
62. In Dann (2004:449): 'If he can become self-supporting, he may soon need no financial help at all'.
63. Het is een omissie in de zendingsliteratuur dat dit aspect zowel in de 19e alsook in de 20ste eeuw onder missiologen zo'n geringe aandacht heeft gekregen. Noch S. Neill in zijn History of Christian Missions noch Latourette in zijn Nineteenth Century Outside Europe Missions hebben hier voldoende aandacht aan gegeven. De denominale kerken hebben dit aan de zogenoemde 'geloofszendingen' als de OMF (voorheen CIM) en WEC en andere, overgelaten.
64. 'During the sixteen years of persecution by his English brethren, he had been greatly abased' (Miller 1952:135).
65. Carey schreef in die tijd: 'My heart is exceedingly wounded (Miller 1952:129).
66. 'Those who want to be active communicators for the Gospel must [first] be good listeners'.
67. Vergelijk Du Plessis et al. (2009:42): [Het Evangelie is niet] 'primarily as a message restricted to giving assurance to individuals regarding their eternal destiny, but rather in terms of its relevance for life before death'; 'The Gospel proclaims to live a new life that participates in God's redemption of the world Missional means embracing a holistic gospel for the whole person .., for the whole of society .., and for the whole world (ibid.); 'Missionary work has for a long time operated on the assumption that the Christian faith is superior to other belief systems' (ibid:107); 'Commentators agree that inclusiveness or universalism is one of the most conspicuous characteristics of Luke - Acts' (ibid:123); Wanneer gesproken wordt over de brief aan de Galaten, wordt sterk verdedigd dat de soteriologische interpretatie plaats dient te maken voor een meer sociologische benadering (ibid:197-198); Ook Bosch (2001) spreekt zich niet ondubbelzinnig uit over Christus als de enige weg voor het leven.
68. Zie Rasker (1953:269-284).

Creative Commons License Todo el contenido de esta revista, excepto dónde está identificado, está bajo una Licencia Creative Commons