SciELO - Scientific Electronic Library Online

 
vol.63 issue4Authority and solidarity: Forms of address and pronominal personal references in the Afrikaans Bible translation of 2020 author indexsubject indexarticles search
Home Pagealphabetic serial listing  

Services on Demand

Article

Indicators

Related links

  • On index processCited by Google
  • On index processSimilars in Google

Share


Tydskrif vir Geesteswetenskappe

On-line version ISSN 2224-7912
Print version ISSN 0041-4751

Tydskr. geesteswet. vol.63 n.4 Pretoria Dec. 2023

http://dx.doi.org/10.17159/2224-7912/2023/v63n4a14 

MENING

 

Beste Cornelis! Brieven van Johanna van Warmelo en Mevr. Marie M.E. van Warmelo-Maré aan jhr. Cornelis Beelaerts van Blokland

 

Dear Cornelis! Letters from Johanna van Warmelo and Mrs. Marie M.E. van Warmelo-Maré to Mr. Cornelis Beelaerts van Blokland

 

 

GJ (Gerrit) Schutte

Emeritus hoogleraar, Geschiedenis van het Nederlandse protestantisme, Vrije Universiteit Amsterdam. Professor Extraordinarius, Department of History, University of South Africa, Pretoria. E-pos: gj.schutte31@gmail.com

 

 


SAMENVATTING

Jhr.dr. Cornelis Beelaerts van Blokland (1873-1948), zoon van gezant van de Zuid-Afrikaans-che Republiek Jhr.mr. G.J.Th. Beelaerts van Blokland, ging 1884-1886 school in Pretoria en werkte er 1896-1897. Hij was bevriend met het gezin Van Warmelo. Hij onderhield brief-wisseling met zowel dochter Johanna van Warmelo als haar moeder Marie van Warmelo-Maré. Johanna is bekend als dagboekschrijfster, haar brieven geven daarop interessante aanvullingen en leggen andere klemtonen. Minstens zo interessante zijn de brieven van haar moeder, met name over hun sociale en psychische na-oorlogse traumata. De brieven zijn onlangs ontdekt in het archief van Beelaerts van Blokland.

Trefwoorden: Cornelis Beelaerts van Blokland, Johanna van Warmelo; mevr. Marie M.H. van Warmelo-Maré, Anglo-Boerenoorlog, na-oorlogse traumata


ABSTRACT

Jhr.dr. Cornelis Beelaerts van Blokland (1873-1948), son of envoy of the South African Republic Jhr.mr. G.J.Th. Beelaerts van Blokland, went to school in Pretoriafrom 1884 to 1886 and worked there from 1896 to 1897. He was friends with the Van Warmelo family. He maintained correspondence with both the daughter Johanna van Warmelo and her mother Marie van Warmelo-Maré. Johanna is a well-known diarist, her letters provide interesting additions to this and provide different emphases. At least as interesting are her mother's letters, especially about their social and psychological post-war trauma. The letters were recently discovered in the archive of C. Beelaerts van Blokland.

Keywords: Cornelis Beelaerts van Blokland, Johanna van Warmelo, Marie van Warmelo-Maré, Anglo-Boer War; post-war traumata


 

 

Johanna Brandt-van Warmelo en haar moeder M.M.E. van Warmelo-Maré behoeven nauwelijks voorgesteld te worden.1 Marie van Warmelo-Maré (1850-19162), sinds 1892 weduwe van ds. N.J. van Warmelo, was bewoonster van het landgoed Harmony (Sunnyside, Pretoria), dat tijdens de Britse bezetting van Pretoria in 1900-1902 aan alle kanten omgeven werd door Engelse kampementen. Desondanks verleende zij samen met haar dochter Johanna (18761964), die als verpleegster fungeerde in het concentratiekamp te Irene, gastvrijheid en mede-werking aan Boerenspionnen. Johanna (vanaf 1902 mevr. Brandt) beschreef hun ervaringen in Het Concentratie-kamp van Iréne (1905), Het Kappie Kommando (1913) en Millennium (1918).3

Johanna was een ijver dagboekschrijfster en erkende dat royaal. Al in het Voorwoord van haar eerste boek, Het Concentratie-Kamp van Iréne, gedateerd "Pastorie". Niezijl (Gron.) 1903, meldde zij dat zij daarin haar "dag-boek, in het kamp zelf geschreven" publiceerde. Ook de beide andere hiervoor genoemde boeken waren gebaseerd op dagboek-aantekeningen, die echter feitelijk slechts een beperkte selectie uit haar dagboekaantekeningen vormden, zo leert het in 2007 verschenen volumineuze The War Diary of Johanna Brandt - 430 bladzijden alleen voor de periode van oktober 1899 tot april 1902!

Johanna verzorgde tegelijkertijd nog een uitvoerige briefwisseling, die echter slechts uit enkele aanhalingen in enkele biografische studies bekend is.4 Zij had immers een wijde kring van vrienden en kennissen.. Op éen van die correspondenten wijst haar dagboek van 7 maart 1901: "Had .... a postcard from Cornelis Beelaerts" en zes weken later (26 april 1901) "we had very nice letters from Holland yesterday, from Tante Kee, Emilia and Cornelis".5 Jackie Grobler, uitgever van haar oorlogsdagboek, annoteerde Cornelis als: "probably C. Beelaerts van Blokland, a prominent inhabitant of Utrecht in The Netherlands, who corresponded with the diarist earlier in the war" .6

Het archief van het Zuid-Afrika Huis in Amsterdam bewaart de archivale neerslag van de betrokkenheid van C. Beelaerts van Blokland met Zuid-Afrika. Daaronder zes brieven, ontvangen van Johanna van Warmelo uit de periode maart 1899 - februari 1902 en zeven van haar moeder uitjanuari 1900 tot augustus 1907, twee van Johanna's broer Dietlof (1901, 1902) en éen van broer Willem (1903).7

Die zes brieven van Johanna geven regelmatig aanvullingen op de dagboekaantekeningen, wijzen op andere aspecten en leggen de klemtoon soms anders. In haar dagboek was Johanna nauwelijks geremd, hooguit soms met een blik op de spiegel; in deze brieven was zij ook openhartig, maar zij wist wat zij kwijt wist aan de ander, een leeftijdgenoot, een goede vriend en Hollander; bovendien was zij zich bewust dat in 1901-1902 de censor meelas. Ook over het na-oorlogse leven van Johanna is tamelijk veel bekend. Zij reisde nog net voor het einde van de Anglo-Boerenoorlog naar Europa, liep wat rond door Londen en stak over naar Nederland en trouwde er in augustus 1902 met de Nederlandse predikant ds. L.E. Brandt, die in april 1904 voorganger op de Nederduits Hervormde kerk van Zoutpansberg/Pietersburg werd. Johanna begon daar met het geven van de scholing van arme Boeren kinderen en de emancipatie van de vrouwen, ook sociaal-economisch, bijvoorbeeld met huisnijverheid.8 werd medestichter van de landelijke en ook de internationale vrouwenbeweging, bekend als spreekster en schrijfster-propagandiste van natuurgeneeskunde en esoterische, pantheïstische religieuze opvattingen over mens en samenleving. Een (inter)nationale persoonlijkheid. Welke aanwijzingen gaven haar brieven aan Beelaerts van Blokland voor haar latere ontwikkeling?

Over de persoonlijkheid van mevrouw Van Warmelo-Maré, afgezien de jaren 1899-1902, is weinig bekend - Adriaan Pont noemt haar in de biografie van haar echtgenoot feitelijk alleen als zij weer een kind gebaard had.9 De brieven van Marie van Warmelo-Maré aan Beelaerts van Blokland zijn verrassend. Ze geven niet alleen gegevens over de eerste naoorlogse jaren van haar dochter, maar vooral ook over haar eigen persoonlijkheid, mentaliteit en geestelijke ontwikkeling in de eerste handvol jaren na mei 1902. Minder radicaal als haar dochter, groeide ook zij weg van de traditionele religiositeit. Dat doet vragen naar de geestelijke leiderschap die hen gevormd had, voor beiden ds. N.J. van Warmelo, als echtgenoot dan wel vader, en voor Johanna ook ds. L.E. Brandt.

Eerst echter: wie was die voor Johanna Beste en haar moeder Lieve Cees?

Jhr. dr. C. Beelaerts van Blokland

Een "prominent inhabitant" was Jonkheer dr. Cornelis (Kees) Beelaerts van Blokland (1 mei 1873 -14 april 1948) in 1901 in Utrecht niet, hij woonde er nog maar een paar jaar en was een nog niet erg belangrijke beambte op het Hoofdkantoor van de Staatsspoorwegen. Maar zijn familienaam was bijzonder en de postbodes kenden toen de mensen.10 Zijn vader was ook bekend, de Haagse Jonkheer mr. G.J. Th. Beelaerts van Blokland (1843-1897), ambtenaar in het ministerie van Buitenlandse Zaken, lid en voorzitter van de Tweede Kamer. En in 1883-1884 adviseur van de Transvaalse Deputatie bestaande uit S.J.P. Kruger, genl. N. J. Smit en ds. S.J. du Toit. Hij begeleidde hen bij de onderhandelingen over de zelfstandigheid in Londen en hun reis door Europa erna; in 1884 deed hij dat als Transvaals minister-resident, vanaf 1889 als gezant van de Zuid-Afrikaansche Republiek. Het Nieuws van den Dag meldde op 19 juni 1884 dat zijn zoon [de 11-jarige] C. Beelaerts van Blokland "zo enthousiast was voor Zuid-Afrika, dat generaal Smit hem voor enkele jaren meenam naar Pretoria".

En zo werd Cornelis (inwonend) leerling van de school van meester Wessel Louis in Pretoria, 1884-1887.11 Terug in Nederland volgde hij nog enkele jaren gymnasium en studeerde daarop rechten in Leiden. In 1896, net gepromoveerd, verloofd met Meta Havelaar, zonder baan en onzeker welke te vinden, ging Cornelis opnieuw naar Pretoria. Hij schreef in 1897-1898 een bijna dagelijks levendig verslag van zijn belevenissen en publiceerde in 1943 een selectie ervan.12

Uitgeleid door zijn ouders en oudste zuster stapte hij begin september 1896 te Londen aan boord van de Dunvegan Castle, waarmee hij in 1887 uit Zuid-Afrika teruggekomen was. Op 26 september 1896 in Pretoria aangekomen, huurde hij een kamer op de Pretoria Club en wandelde de volgende dag naar het Kruger-huis. "So is jy daar eindlik, ek het gedenk dat jy vir ons vergeet het", zei de President en ook mevrouw Kruger verwelkomde "Van Blokland" hartelijk - in 1884 had zij hem verzekerd, "dat ik haar nu maar als mijn Afrikaansche pleegmoeder moest beschouwen" schreef Cornelis veel later, "en sedert dien dag kwam ik er gedurende mijn 3-jarig verblijf te Pretoria bijna dagelijks aan huis, was er altijd even welkom en in den volsten zin des woord als kind in huis".

Dagelijks ontmoette hij oude vrienden en kennissen. Op 3 oktober 's middags bracht hij een bezoek bij "Mevr. Van Warmelo, de weduwe van Ds. Van Warmelo bij wien ik in 1886 te Heidelberg logeerde, Dietlof, de oudste zoon is een groote vriend van me en is na een verblijf van 6 jaar in Nederland teruggekeerd omdat zijn hart niet in orde was.13 Mevr. woont op Sunnyside in een eenvoudig maar praktisch buitenhuis met grooten tuin (Harmony geheeten). Ik werd onthaald in heerlijke vruchten en moest nog eens gauw terugkomen. Er volgde nu een visite bij zijn zuster, Mevr. Cloete, mij ook van vroeger bekend, gehuwd met den waarnemenden Britschen agent, zij was nog even vriendelijk en is nu een van de erkende beauties van Pretoria".14 Minder had Beelaerts te spreken over een (tweede) bezoek (om "over een betrekking te spreken") aan Staatssecretaris Dr. W.J. Leyds. "Hij was uiterst minzaam doch kon momenteel niets voor me doen. Van dien kant schijn ik op weinig medewerking te kunnen rekenen". A.R. Sawyer,15 een medepassagier op de Dunvegan Castle, benoemde hem tot agent te Pretoria van zijn mijnbedrijf in Heidelberg, maar Cornelis bleef zoeken, schreef wat artikelen voor de Volksstem en deed onderzoekjes voor bevriende advocaten en procureurs.

Het sociale leven ging intussen door. "Een avondpartijtje bij mevr. v. Warmelo slaagde best. Er werd piano gespeeld en gezongen (niet door mij). De gasten waren ds. Spoelstra met echtgenoote, freule Bregje v.d. Poll en Mevr. Cloete.16 De gastvrouw vertelde mij dat zij in Mei voor een jaar naar Europa te gaan en vroeg of ik dan zoolang bij haar zoon op Harmony mijn intrek wilde nemen" . Een tijdje later vroeg mevr. Van Warmelo hem "of ik tijdens de afwezigheid van haar zoon een poosje kwam logeeren. Het is daar buiten voor 2 alleen wonende dames nog al eenzaam. Ik heb dit gaarne aangenomen". "Tegen 3 uur [op 13 december 1896] landde ik op Harmony, bij Mevr. Van Warmelo aan. Het was flink warm (88 graden) maar hier buiten heerlijk. ... Ik logeer op de kamer van Dietlof naast de deur, de tweede zoon, Willem, studeert te Delft en de derde, Frits, te Londen. De jongste dochter, Johanna, is al nog thuis, maar zij is verloofd met een zekeren Karel de Kock uit Johannesburg".17 "Sedert ik hier buiten woon richt ik t gewoonlijk zoo in dat ik na t ontbijt naar de club fiets, daar blijfwerken, lezen en lunchen en doorgaans ook blijf eten om mijn gastvrouw niet te veel tot last te zijn. Soms ga ik echter tegen half 4 naar Harmony terug om daar een kopje thee te drinken. Mevr. en Johanna rusten altijd tot 3 uur. Mevr. is in alle opzichten even handig, timmeren, soldeeren, tuinwerk, boter maken, brood bakken, enz. Alles doet ze zelf met dochter ofkaffermeid, zoomede een kaffer voor den tuin. Soms krijgen we bezoek en dan zorg ik ervoor om zoo mogelijk thuis te zijn. 's Avonds wordt er veelal t een of andere spelletje gedaan'.

Harmony, schreef hij wat dagen later, "is momenteel een waar vruchtenparadijs, een overvloed van peren en aardbeien. Gisteravond hoorden wij leven in den tuin, zoodat ik, denkende aan deperendieven, naar buiten stormde met 'tgeweer (geladen met een zoutpatroon), schoot in de lucht om van onze waakzaamheid te doen blijken doch ontdekte geen onraad" .

"Op Kerstdag aan 't ontbijt zittende kwam de meid binnen met een grooten mand gevuld met pakjes (christmasbox), er zat voor een ieder iets in. Daarna bezocht ik de kerk. Gedurende 9 1/2 jaar heeft de school van Louis als zoodanig dienst gedaan en nu wordt de nieuwe hulpkerk ingewijd. Alle officieele menschen waren aanwezig, het was echter vrij vervelend om alle bedankjes aan te hooren" .

"Wegens de warmte werd besloten buiten onder een boom in den tuin te eten. Het tafellaken werd met 6 klippen tegen opwaaien beveiligd en wij lagen of zaten er om heen. Het diner bestond uit kip, kool, aardappels, sla en plumpudding met een flesch oude Rijnwijn, koffie en een sigaar; vruchten eten we den geheelen dag. Tweede Kerstdag was er 's midddags een feest bij den consul [F.G. Domela Nieuwenhuis]. De elite van de Pretoriaansche wereld was er vertegenwoordigd .. "

"Dikwijls help ik op Harmony ook wat in den tuin bv. met 't leiden van water langs de vruchtboomen, aardbeien enz. en 't begieten van planten en bloemen in olieblikken (potten hebben ze hier niet), 't geen vooral in deze warmte wel noodig is. Daarna volgt veelal een wandeling met Johanna. Zoo werd bv. de Timeball berg ten Zuiden van Pretoria bestegen. We gingen een eind langs de spoorbaan en stappende van den eenen dwarsligger op den volgende over een viadukt met een afgrondje van 12 M onder ons. De tallooze klippen maakten het klimmen vermoeiend. Ook bezochten wij op een onzer wandelingen de Travenna brouwerij alsook een dal beplant met jonge eucalyptusboomen achter de brickyards bij de Fonteinen".

Intussen werkte Beelaerts als volontair en studeerde voor het diploma voor procureur, dat hij eind januari behaalde. Dietlof kwam weer thuis en daarom huurde Beelaerts met ingang van februari 1897 een kamer in het dorp, maar bijna dagelijks kwam hij toch op Harmony en werd er "terdege bedorven met heerlijkheden en vooral vruchten, hetgeen bij een hitte als thans (95 graden) wel van pas komt". Dan krijgt hij het aanbod van een betrekking bij de Staatsspoorwegen in Utrecht (Nederland) en nam dat aan, bracht zijn laatste zondag "als gebruikelijk door op Harmony" en verliet de volgende dag, 5 maart 1897 Pretoria. Op een van de paar dagen in Kaapstad voordat de R.M.S. Moor vertrok, groette hij mevr. Cloete-van Warmelo, die enige tijd geleden van Pretoria naar de Kaap was verhuisd en nu woonde op "Alphen": "het landgoed der Cloetes is een eerwaardig oud-Hollandsch huis uit den tijd der V.O.I.C., met daarvoor een groot voorplein met prachtig hout", noteerde Cornelis. Op 28 maart 1897 was hij terug in Nederland - elf dagen eerder was zijn vader door "een buitengewone talrijke menigte van rouwdragenden" op de Haagse begraafplaats Eikenduinen begraven.18Op 20 april 1897 trad Jhr. dr. Cornelis Beelaerts van Blokland in dienst van de Maatschappij tot Exploitatie van Staatsspoorwegen, waar hij later secretaris van het bestuur werd en gedurende zijn werkzame leven bleef dienen. Op 14 april 1898 trouwde hij met Meta Havelaar.19

Het contact met de familie Van Warmelo bleef. Een paar maanden na Beelaerts reisden ook moeder en dochter Van Warmelo naar Europa om er de tweede helft van 1897 te verblijven, met name ook in Nederland. Kennelijk hebben zij ook de familie Beelaerts bezocht, want in de latere briefwisseling aan Cornelis liet Mevr. van Warmelo in elke brief haar groeten overbrengen aan zijn moeder en grootmoeder. Contact tussen de beide families was er ook door haar zoon Willem, die in Nederland studeerde.

Briefwisseling

De door Cornelis Beelaerts van Blokland bewaarde brieven van Johanna en haar moeder waren geschreven in het Engels of het Nederlands, met zo nu en dan wat Afrikaans erin. Johanna en Cornelis schreven elkaar in het Engels (door Johanna's haar Kaapse Engelse kostschool, ook haar dagboek was in het Engels!). Cornelis ging in oktober 1899 direct over op het Nederlands en ook Johanna begreep dat het vreemd was niet in zijn en haar moedertaal te schrijven - alleen direct na de Engelse bezetting van Pretoria en de invoering van censuur op brieven schreef zij een Engelse brief. Haar moeder begon in het Nederlands en ging om diezelfde censor over in het Engels - maar zij bleef schrijven in het Engels, ook na de vrede, als zij in een Engelssprekende omgeving verbleef. Totdat zij terug was in Pretoria, toen keerde zij terug naar het Nederlands. Het typeerde moeder en dochter Van Warmelo, zoals zoveel andere Afrikaners: de Britse politiek verfoeiden zij, streden tegen Engeland in de oorlog en gevoelden "het gevoel van bittere haat zal nooit sterven". Tegelijkertijd geven hun brieven van houdingen en gedragingen die toegeschreven worden aan een Gentlemen War. Ook hun na-oorlogse brieven toonden geen radicale Afrikaner nationalistische mentaliteit: als mensen, hun taal en cultuur, waardeerden zij de Engelsen, deelden hun taal en cultuur veelszins.

De brieven van Johanna en haar moeder waren heel persoonlijk, emotioneel, eerlijk, zelfbewust. "Mevr. [van Warmelo] is in alle opzichten even handig, timmeren, soldeeren, tuinwerk, boter maken, brood bakken, enz. Alles doet ze zelf', constateerde Cornelis Beelaerts met een combinatie van verbazing en duidelijke bewondering - in zijn Haagse kring waren die activiteiten voor vrouwen not done. Want tegelijkertijd bewoog zij zich in de salons en partijtjes van de Transvaalse maatschappelijke en politieke elite. En zij handhaafde zich tegenover de Engelse officieren en administrateurs. Ze was een plattelandskind van Voortrekker-ouders, maar ze had kennelijk een heel goede opvoeding gekregen en ontwikkelde tot een opmerkelijke persoonlijkheid. Wat Johanna en zij in de oorlogsjaren beleefden, was een boek waard, besefte mevrouw Van Warmelo. Zij verwoordde ook wat de oorlog voor haar, voor alle vrouwen, betekende: "wij allen hebben zenuwen van de oorlog" (Brief 9, 12 oktober1903). Johanna deelde in diezelfde spanningen en verwoordde die "zenuwen" met uitroepen als "Mijn arme herzens wil nie meer werk nie!" en "Ik moet weer jong en gelukkig worden. Als dat mogelijk is". (Brief 4, 13 januari 1901). Aan het einde van de oorlog ging zij naar Europa, vluchtte naar Lou Brandt, trouwde hem - maar pas na jaren overwon zij haar posttraumatische problemen. Haar moeder was jaren lang afhankelijk van de zorg van haar dochter Line op "Alphen", onderging alternatieve medische behandelingen, modder- en zeebaden, strand-vakanties - homeopatie was toen in breder kring "in".20 Johanna werd later bekend door haar extreme druivenkuur en een ziekenhuisje op basis van natuurgeneeskunde - zij had dat alternatieve kennelijk van haar moeder.

Overigens: dat naar Europa gaan om gelukkig te worden meldde zij al in maart 1900 (Brief 3), maar de verwoording was specifieker: "ik denk dat mama lust heeft om me weg te sturen na de oorlog, als al die ellende en verdriet voorbij is". En in januari 1901 (Brief 4) klonk het "Ik ga voor een jaar naar Europa". In deze en voorgaande stond in haar brieven geen enkele verwijzing, hoe bedekt ook, naar Lou Brandt. En nog drie maanden later (Brief 5, 17 maart 1901) schreef zij "één dag zal ik ver mee mij een man zoek onder die kerels wat nou nog veg". Dacht zij eigenlijk aan Lou Brandt, voordat hij contact zocht?

De brieven geven meer passages die kanttekeningen vormen bij het traditionele beeld van haar leven. Zoals bijvoorbeeld over Karel de Kock, die kort voor hun huwelijksdatum in 1897 de relatie verbrak: na de oorlog noemde Johanna hem geen goed mens, "not a Christian", een verrader (hij legde in de Boerenoorlog de eed van neutraliteit en zou informatie aan de Engelsen hebben geleverd).21 Maar haar verslag van hun onverwachte eerste ontmoeting na hun pijnlijke breuk (Brief 1, 19 maart 1899) geeft een veel positiever beeld.

Wat voor "Christian" was zij zelf? Het beeld van de Afrikaners anno 1900 als stoere, vrome protestanten van calvinistische (gereformeerde) kleur was en is sterk. Het is moeilijk aard en intensiteit van iemands persoonlijk geloof af te leiden aan enkele opmerkingen in een paar brieven. De zes brieven van Johanna hieronder geven geen enkele verwijzing naar haar geloof, behalve over haar kerkgang - naar de Presbyteriaanse kerk in plaats de Nederduitse Hervormde Kerk, maar dat had geen theologische achtergrond, maar trouw aan haar vaders kerkelijke organisatie (Brief 1, 19 maart 1899). Marie van Warmelo-Maré noemde wel God enkele keren, op gepaste momenten omstandigheden: in nieuwjaarswensen, als niemand van haar kinderen niet gesneuveld zijn, en twee keer over Gods wil: in januari 1900 schreef zij: "Dat God met ons tot dusverre vecht, is geen twijfel aan", en in april 1904 "poor future, what it has in store for us God only knows" . Allemaal gepaste opmerkingen, maar ook wel heel traditionele. Was Mevrouw Van Warmelo zich bewust, hoezeer zij in de geest van haar echtgenoot dat "God met ons" voorzag van twee beperkende bepalingen: "Dat God met ons tot dusverre vecht, is geen twijfel aan"? Van Warmelo had zelfs zijn toekomst op 't spel gezet bij zijn kerkelijk examen omdat hij niet over meningen en persoonlijk geloof wilde spreken, alleen over wetenschappelijke theologie, wat bewezen en begrijpelijk is.22 "Dat God met ons ..." is dan geen uiting van geloof, zelfs niet van hoop, maar - een vroom cliché, traditie, een conclusie van een tot dusverre bewezen feit. Tegen die rationalistische intellectuele achtergrond hebben mevr. Van Warmelo en haar dochter ook theosophie en spiritisme omhelst: een voortzetting in een hogere fase van de materialistische wetenschap. Eén van de eerste voorgangers van de ontwikkeling daarvan was Johanna's neef, dr. Frederik van Eeden, medicus, een van de eerste Nederlandse psychiaters en psychotherapeuten, schrijver en wereldverbeteraar. Op 26 april 1910 schreef Van Eeden in zijn dagboek dat hij de dag ervoor lunchte bij de familie Brandt in Arnhem. Daar was ook zijn nichtje Johanna Brandt uit Transvaal. "Ze had gevraagd of ik haar eens wou bezoeken. En tot mijn groote verbazing bemerkte ik dat ook in haar het nieuwe weten tot ontplooying komt. En zij getrouwd met een stijve, correcte, orthodoxe aristocratische man, een type van het wellevende, handige, correcte ras der gentlemen. In haar woelt en bruist het nieuwe Leven, en hij is dominee onder de Transvalers. Hoe moet dat gaan?" In mei 1913 logeerde Johanna zelfs een weekje bij Van Eeden in Bussum.23

Het leven van moeder en dochter Van Warmelo was veelszins woelig en bruisend. Beiden gingen de uitdagingen, angsten en vrezen van de oorlogsjaren dapper te lijf. In de brieven die zij aan Beelaerts van Blokland stuurden, probeerden zij hun reacties erop van zich af te schrijven, Johanna direct en soms nauwelijks beheerst (Brief 5, 17 maart 1901), haar moeder meer overdacht, nadenkend en zoekend naar evenwicht. De historicus kan een keurige conclusie formuleren, maar door het lezen van hun paar handenvol brieven betrapt men het leven.

Brieven

Brief 1 Johanna van Warmelo

Harmony, March 19th, 189924

My dear Cornelis,

Please excuse this bit of paper - I find we have just run out of stationery. I was so glad to hear from you but do you know, none of us recognized your writing and it was only later on that I saw what the difference was - it slopes in another direction now and I must say it is a vast improvement. - Your remarks about the old gentleman with his pluishoed [pluiskeil, bolhoed] amused us very but you need not think that he is in such high favour now.25 He is no longer minister of mines but I believe he still has an honoured seat in church. We don't know for certain because it is more than a year since last we were in the church. I generally go to the Presbyterian Church.26

It is a miserable state of affairs and we are all longing for a change. I often wonder how it is all going to end - things are going from bad to worse and unless a change comes soon. I don't know what will become of us. Dr. Leyds has been here twice and I met him very often at musical parties given in his honour.27 He is leaving again next week I think. Some time ago I spent a few days in Johannesburg and Heidelberg - I was at an hostel in Johannesburg and met K. de K. by accident.28 It was the first time since our engagement was broken off so the meeting was very painful but we had a long conversation and parted quite friendly with no signs of ill feelings on either side.

Life at Harmony is almost the same as when you were here except that I am a very busy young lady now with all my different lessons. Dietlof is working rather hard but his present life suits him very well. I here is no news at all, so I think I must close. I don't feel up to much tonight it has been such a sultry, miserable day, in spite of the change we have had of late.

Good night, my dear friend. Do write to me occasionally, it is so nice to hear from you. Yours affect[ionate]ly Johanna

Cornelis Beelaerts van Blokland schreef op 22 oktober 1899 aan Johanna:

Deze keer zal ik maar in het Hollandsch schrijven, de Engelschen doen den laatsten tijd zoo verregaand gemeen dat zelfs het gebruik van hun taal tot het hoognoodige moet worden beperkt. (...) Het is helaas dan toch eindelijk tot den oorlog gekomen, die zich reeds zoo lang liet verwachten. (...) Geheel het vasteland van Europa is op de hand der Boeren en wel heeft geen der groote staten een enkele daad verricht om de oorlog te trachten te voorkomen. Misschien is het goed want als de Boeren winnen dan is het in Afrika eens voor altijd met de Paramount power gedaan.29

Brief 2 Mev. M.M.E. van Warmelo-Maré

Harmony, Pretoria, 17 Januari 1900

Lieve Cornelis,

Zoo even heb ik vernomen dat de mail voor Europa morgen sluit. Het gaat nu maar ongeregeld met de mails, omdat de Engelschen zoo maar een boot naar Natal sleept om te onderzoeken. Wij hopen allen, dat zij hunnen vingers zullen verbranden. Maar het schijnt of elk een behalve Transvaal bang is voor hen, zelfs de Keizer is bang voor zijn Ouma,30 want zij laten maar alles toe. Wij krijgen nu niets door zoo als u zeker weet. Daarmee zullen zij ons niet plagen.

Wij hebben een buitengewone goede oogst, en een Transvaalsche vrouw kan even zoo goed een boerderij bestieren als een man, er gaat niets verloren. Als wij honger moeten lijden, dan zullen wij beginnen de 3000 [Engelse] krijgsgevangenen minder kost [voedsel] te geven. De officieren, over de honderden in getal, zijn in het Modelschool,31 maar de soldaten (over 3000) zijn naar Waterval [buiten Pretoria, nu Cullinan] verzonden, daar heeft het Gouvernement een groote kazerne voor hen opgericht. Waterval is tien mijl van Pretoria - bij Pietersburglijn, en onder schot van Wonderboompoort Fort.

Johanna en ik ga maar stilletjes onze gang te Harmony. Als gewoonlijk werk ik van 's morgens vroeg tot 's avonds laat - nu heb ik het alleen extra druk met beskuit bakken, kistjes klaar maken voor de jongens [zoons], en voor de Ambulances en Hospitalen. Wij hebben verschrikkelijk veel vruchten, gelukkig, het komt goed te pas aan de zieken en burgers. Ik liet juist weer drie gepakt voor de Vrijstaat. Het is heerlijk om voor die arme menschen iets te kunnen zenden. De jongens zijn met hun vijf in een tent, en zij deelen gelijk op, zoo dat ik een boel moet verzenden. Soms maak ik een enorme plumpudding - dit vinden zij heerlijk. Dietlof was voor een paar weken thuis, hij ging van daar toen Willem naar Ladysmith vertrok, dus hebben zij mekaar misgelopen.

Dietlof had vroeger zijn knie met voetbal bezeerd en nu plaagt het hem dikwijls - met al dat klimmen in de koppen voor brandwacht is het erger geworden. Hij moet rust nemen maar voordat het geheel beter was, is hij weer weggegaan. Tien dagen voor zijn vertrek van hier is de bestorming te Platrand bij Ladysmith geweest.32 Willem en Fritz hadden het zwaar. Pretoria dorps lager had zulk een nauw ontkomen - elk een zegt, dat het iets wonderbaarlijks was. Zij moesten over een open plek gaan totdat zij onder de schansen waren. Een gedeelte bestormde de schansen maar vonden het onmogelijk. De Engelschen zaten achter de schietgaten zoo dat geen enkele te zien was. Een Willemse was boven op de muren maar werd dodelijk getroffen,33de andere staken hun geweeren door de schietgaten. Daar moesten ze onder het kopje de geheelen dag leggen, zij konden niets eens de gewonden water geven, alleen teruggaan was niet mogelijk tot dat het donker werd - maar daar wachtten de lanciers ook op. Ze waren al gereed om uit te trekken, toen daar op eens een wolkbreuk kwam tot hun redding. Allen zeggen dat ze nog nooit in zoo'n regenbui zijn geweest. Hij was zoo dicht dat ze het kopje vlak voor hen niet konden zien. Bij het gevecht te Colenso in December is ook een wonder gebeurd.34Bij al dat verschrikkelijke bombardement zijn maar zeven gesneuveld en heel weinig gewond, ook maar ligt - Dat God met ons tot dusverre vecht, is geen twijfel aan.

Nu zijn Messrs Roberts en Kitchener aangekomen.35 Als die twee Lords niet meer uitvoeren als Buller, "dan kan hulle maar die ou Queen agteraan stuur" - Onze burgers zullen het zwaar krijgen, Engeland brengt nu de halve wereld tegen onse handjevol d'onsen om ze te omsingelen. Ze zijn zoo verspreid - overal op de grensen en elders liggen commando's. Te Komatipoort, Zoutpansberg langs de Krokodilrivier liggen op drie plekken burgers - Mafeking, Kimberley en Ladysmith zijn sterke wachten. Dan komt nog Scholtznek, Stormberg, Colenso en Helpmekaar, behalve bij driften en bruggen. De krijgsgevangenen moeten ook een sterke macht hebben. Dan zeggen zij nog dat er 18 000 boeren waren die de 1200 prisoniers te Ladysmith nam. Wacht maar, een dag zal alles uitkomen.

Ons menschen denken dat er zoo wat 50 000 te Colenso klaar liggen om ons aan te vallen. Daar, en te Stormberg en Scholtznek zal het zwaar gaan. Ladysmith zal dan te gelijker tijd proberen om door te breken, niemand weet hoe (....?) of onze.36 Nergens het hebben en toch hoort men nooit een klacht van hunnen lippen Zij zullen uren lang op de brandwacht staan, door en door nat, dikwijls met een leege maag, maar met een hart vol van moed en vertrouwen, en altijd tevreden. De Doktoren zijn verbaasd over hun moed in de operatie zaal, en hun gezond vleesch. In het Hospitaal vroeg Johanna aan een van haar patiënten die een kogel in zijn been had: " U was zeker onder chloroform. Nee wat - wou", zeide hij. "Die Engelsen het my mos nie gevra of ik chloroform wou he toe hulle my geschiet het nie." Johanna kan honderde verhaaltjes vertellen. Zij is nu werkzaam bij de Hollandsche Ambulance onder prof. Korteweg37in de Staatsmeisjesschool, die is heerlijk ingerigt: de gewonden liggen meestal onder de boomen in een heerlijke groote tuin.38 Daar zijn verscheidene Heidelbergers - oude vrienden van ons.

Van ons zijn twee neefs al gesneuveld. D.S. Maré en Luit. Maré van de Staats Artillery. God geve dat het daarbij blijft. Maar wij hebben erg veel familie in het veld en "waar een boom gekapt word vallen de spaanders". Arme Sarie zit in groote angst en onzekerheid over ons.39 Zij hoort niets als leugens, en niets gaat door. Nu moet ik eindigen. Stuur dit s.v.p. aan Uw lieve Moeder om te lezen.40 Wij wenschen u allen Gods zegen met het nieuwe jaar. Hartelijke groeten aan allen, uwe toegenegen M. van Warmelo

Brief 3 Johanna van Warmelo

Harmony, Pretoria, 22 Maart 1900

Beste Cornelis,

Daarje over een maand jarig bent moet ik je even met een paar regels hartelijk geluk wenschen. Ik vrees dat mijn brief te vroeg zal zijn maar dat is beter dan te laat, en er gaat niet weer een mail voor 6 April.

Ik hoop dat al je wenschen zullen vervuld worden en dat je heel veel liefs in je leven zult hebben met vrouw en kind of kinderen. Misschien wensch ik je persoonlijk geluk volgend jaar. Zal dat niet heerlijk zijn? Ik verlang elken dag meer en meer om naar Holland terug te gaan41 en ik denk dat mama lust heeft om me weg te sturen na de oorlog, als al die ellende en verdriet voorbij is. Dan gaan we misschien naar Kaapstad om Line te zien en dan huurt Mama en huisje aan strand zoolang als ik in Europa ben.42 Ik leef nu net op plannen voor de toekomst. Wij hebben een vreeselijke tijd doorgemaakt, dat kun je wel begrijpen, maar is alles weer een beetje minder want misschien gaan we een beetje over de schrik heen van die donkere dagen naa [sic] Cronjé, Kimberley, Ladysmith, Bloemfontein.43 Het leek alsof verloren was en ik kan je verzekeren dat ik in mijn leven nog nooit zoo'n ellendige tijd heb door gemaakt. Ik denk dat ik in staat ben om een kogel door mijn eigen hart te zenden als die vervloekte Engelschen in Pretoria komen. Als prisoniers [krijgsgevangenen] zijn ze heel welkom, maar als overwinnaars - nooit!44

Maar nu is er weer een beetje hoop voor ons. De boeren die in honderden naar huis gingen na al die tegenspoed schamen zich nu weer en zijn bijna allen weer op commando. Een Boer kan het niet langer dan een week uithouden thuis wanneer er gevochten moet worden. Ik heb op het oogenblik niemand in gevaar, God dank! Dietlof is naar Waterberg45 voor zijn knie daar hij heelemaal niet bekwaam is voor commando leven, Willem is in Pietermaritzburg als krijgsgevangene en Fritz is in bed met een zware aanval van malaria. Hij is nu gelukkig weer een beetje beter maar is vreeselijk zwak geworden. Hij heeft meegevochten bij Abraham's Kraal46 en heeft veel moeten uitstaan, arme jongen.

Maar ach! Komt er geen interventie? Kan de wereld stil staan en kijken hoe een arm volkje onderdrukt wordt, zonder om een vinger uit te steken om te helpen? Ik kan het haast niet gelooven. Er zullen van onze duizenden moeten vallen voordat wij overgeven en als de vijand later probeert om ons te ontwapenen dan zal er verschrikkelijk veel bloed vergoten worden. Mijn hart staat stil wanneer ik denk wat er nog geleden en gestreden moet worden als er geen hulp van buiten komt.

Gisteren ontvingen we een kabel van Line van Kaapstad dat Willem gezond is en de tronk in Maritzburg. Wij zijn nu van plan om te proberen om hem op parole uit te krijgen, dat hij dadelijk weer terug kan gaan naar Holland. Ik geloof dat best zal gaan, ten minste we hopen het, en wat zal zijn meisje47 gelukkig zijn! Ik hoorde erg blij toen ik hoorde dat hij gevangen genomen was.48

Nu moet ik weer voor Fritz gaan zorgen. Ik heb geen tijd voor brieven met deze mail. Onze hartelijke groeten aan Meta en de familie in den Haag, en een kus voor je lieve baby.49Nog eens hartelijk gewenscht door je toegenegen Johanna

Please post inclosed for me - sorry to trouble you but I want Marie to receive it a surprise.50

Brief 4 Johanna van Warmelo

Pretoria, Bus 56, 13 Jan. 1901

Beste Kees,

Een paar regels door iemand die morgen naar Europa gaat. Wij hooren van jullie niets. Hoe komt dat? Schrijf over Southampton - dan komen de brieven zeker hier. Wij hopen dat alles goed gaat met jullie. Is Meta wel? En de baby? Ik verlang naar erg om iets van jullie te hooren en van de familie in den Haag.

Met ons gaat het maar naar, ou vriend. Ons land verwoest, onze dierbare jongens in doodsgevaar, alles even treurig. En toch houden wij goede moed. Ik ben zeker dat alles nog zal 'reg kom', maar wanneer? Ik kan het soms niet meer uithouden. De Engelschen doen zulke schandalige dingen. Bij Irene hebben ze een lager gevormd van Boerenvrouwen en kinderen en daarachter schuilen met hun kanonnen en gepantserde treinen. Ik hoor vandaag dat ze vrouwen kampen gaan vormen in al de poorten van Pretoria51 zoodat de Boeren onmogelijk kunnen stormen. Ze zijn zoo bang als de dood dat Pretoria weer genomen wordt. Elke nacht woel hulle met die zoeklichten en verleden nacht stonden twee treinen klaar om Kitchener met zijn staff te vervoeren als er gevaar kwam. Rondom ons wordt dagelijks gevochten -gisteren van zes uur 's morgens tot zoowat 11 uur was het gebulder van kanonnen onophoudelijk. Wij moeten alles aan hooren en niet weten wat er gebeurd met onze jongens, want ze zijn vlak bij Pretoria met 2.000 man onder Gen. Beyers.52 Op Oude Jaar's Dag kregen wij weer bericht van hen. Dr. Mulder53 had Dietlof gesproken in het [juist door de Boeren veroverde] Engelsche kamp bij Nooitgedacht, 13 Dec. Na het groote slag - je weet misschien, toen Clements54 zoo'n pak kreeg en zijn geheele kamp vernietigd was. Dat was Beyers en daar waren onze jongens bij. Ze waren zoo gezond en vroolijk, arme lieve boetjes. Ach, ik verlang toch zoo om hen weer te zien. Mama en ik maken het tamelijk goed - khaki heeft ons tenminste nog niet het huis uitgezet en wij hebben genoeg kost en kleeren maar toch hebben wij ontzettend veel geleden en ik vrees dat er nog veel verdriet vóór ons is. Als alles mag goed eindigt!

Ik kan niet meer schrijven - neem mij niet kwalijk, maar het kost mij veel tijd en moeite om een paar regels te schrijven. Mij arme herzens wil nie meer werk nie! Wij hopen om gauw weer iets van jullie te hooren.

Hartelijke groeten van Mama en mij aan Meta en de familie in Koninginne Gracht.55

Ik ga voor een jaar naar Europa zoodra alles hier rustig is. Ik moet weer jong en gelukkig worden, als dat mogelijk is.

De beste wenschen van je vriendin J.v.W.

Brief 5 Johanna van Warmelo

Harmony, Pretoria, 17 Maart 1901

Beste Kees en Meta,

Over een paar weken vertrekt een vriendin van mij naar Europa en ik ben druk bezig met brieven die zij mee moet nemen. Wij kregen onlangs een briefkaart van Kees - van 24 Jan. - Hartelijk dank ervoor. Dus wij zij nog niet heelemaal vergeten?

Het speet ons erg om te hooren dat Meta zoo ziek is geweest. Ik hoop dat zij nu heelemaal hersteld is en dat de baby goed gezond blijft.

Met ons gaat het tamelijk goed d.w.z. in vergelijking met andere vrouwen, die uit hun huizen gezet zijn en nu in tenten wonen. Wij zijn tenminste nog thuis en hebben geen last van 'khaki' maar toch, het is een ellendige tijd voor ons. Van onze twee jongens hooren wij niets, en weten geen eens waar ze zijn. Ik geloof dat ze onder Gen. Beyers zijn. Het wordt nu tien maanden dat ze van huis zijn, en het is bijna een jaar en zes maanden dat ze in het veld zijn. Is het niet verschrikkelijk? In al die tijd waren alleen een paar keer thuis op verlof. Ik ben erg trotsch op mijn broers. Dat is nou mijn ideaal van vaderlandsliefde en als ik een man was dan was ik ook in 't veld. Ik veracht de mannen die veilig thuis zitten. Een dag zal ik ver mij een man zoek onder die kerels wat nou nog veg.

Ik kan geen brieven meer schrijven. Die kuns het ik glad afgeleer in die oorlog - julle moet nie te veel van mij verwag nie. Ik voel te ongelukkig om veel te schrijven. O, Cornelis, het is verschrikkelijk zooals ons land verwoest is! De behandeling van onze arme vrouwen en kinderen is schandalig - ik durf er haast niet aan te denken. En nu gaan wij een strenge winter tegemoet en er zijn zoo veel duizenden zonder dak - zonder kleeren en zonder goed eten. Wat moet er van worden? Ik ben innig bedroefd over die ongelukkige menschen en ik zie de toekomst erg donker in. Ik treur over mijn land en volk, over de beproevingen van mijn broers, en over mijn eigen ongelukkige jeugd. O, Engeland! Wat heb ik u lief gekregen gedurende de twee laatste vreeselijke jaren! Het gevoel van bittere haat is nog nooit zoo erg geweest als nu en zal nooit sterven. - Maar wat raas ik? 't Helpt allemaal toch niets en ik maak mij verniet warm. Ik zal maar eindigen. Hartelijke groeten, ook van Mama, aan allen in Koninginne Gracht. Ik hoop, dat alles goed gaat.

Schrijf toch gauw weer aan Johanna.

9 mei Vertrek morgen [als verpleegster] naar [het concentratiekamp] Irene.56 Dietlof is [als krijgsgevangene] naar Bombay gezonden. Wij hebben net bericht gekregen dat Fritz [ook krijgsgevangene] gezond en veilig is.57 Adieu.

Brief 6 Johanna van Warmelo

Pretoria April 4th 1901

My dear Cornelis,

Just a few lines to tell you how we are. I am going to try the post and see whether my letters reach their destination. As it is probable that this will be censored you must not mind that only I only tell you home-news, much as I should like to let you know the exact state of affairs in our poor land. Mama and I are in very good health, especially since the cool weather came on. We are living just as usual in our quiet home but long more every day for our two dear boys, of whom no word reaches us month after month. Is it not terrible? I wonder how much longer we shall have to live through such awful experience.

I hope you are all well and that the baby is flourishing. Give my love to your people in den Haag.58 Mama sends kindest regards to all, in which she is joined by. Yours very affectionately Joh.

Is Meta quite well again? In a post card we received from you you say she was laid up with enteric. I hope she has got over it completely.

Brief 7 Mev . M.M.E. van Warmelo-Maré

Harmony, Pretoria, Box 56, October 30th 1901

My dear Cornelis,

It is such a long time since I wrote you last, and yet you continue to heap coals of fire on my head. But I do dislike writing now-a-days. There is a pile of letters from our relations in Holland waiting to be answered and I have not the courage to begin. We were very glad to learn that you and Meta have become the rich possessors of a daughter59 - I congratulate you most heartily and hope the little one will be a blessing to you both - and that you may live to see the two children grow up.

The boy is a splendid little fellow, one can hardly believe that he is the child such a little brother. I am glad to see Meta is doing so well - she will have her hands full. We received both yours of Sept. 11th and letter to Johanna of the 18th. They come more regularly now, your letter arrived just 21 days after it was posted. You never say anything about your Mother. Remember me kindly to her and congratulate her for me, on the birth of her second grandchild. I suppose you often been people from Transvaal. Last week we saw the Nieuwenhuis family leave with regret.60 All our old friends have deserted us, we are almost left alone. Mr Aubert will have his hands very full with the different Powers he has to represents.61 There was a reception at de Wildt's the day before they left.62 I hope you will see them for they can tell you so much about us. Have you written to Dietlof yet? I am sure he will be glad to hear from you - poor fellow.63Fritz is in the Colony. When shall we see him again? It seems never - But I must not complain. We have been most fortunate soo far. From D[ietlof] we hear often and regularly. W[illem] is studying hard for his final.64 We only hear from him through Emilia, he may not write. Line with her three little ones are well - but she feels the distance from us so much - and takes things to heart more, on that account - if she was here, it would not be so bad.

Harmony is looking splendid. I have let the lower portion to Italians and they can work.65The whole place is under cultivation. It is really almost six years since you were here? Such happy and contended days will never come back to us again it seems - Tjaard died from inflammation of the lungs I believe.66 The old President has lost a great many of his near relatives - shortly before old Mrs K[ruger] died,67 they lost a daughter68 whose husband is still in the field she left eight children, and yesterday I heard five of them are already dead of measles etc. I must go and see, they are with Mrs Malan, Presidents daughter, who also lost her husband last year69 - servants close this now. Give my love to Meta and ask her to kiss the children or you may do ...With love ... M. van Warmelo Brief 8 Johanna van Warmelo aan Cornelis Beelaerts van Blokland

Harmony Pretoria 20 Februari 1902

Beste Cornelis,

Hartelijk dank aan jou en Meta voor al de felicitaties en goede wenschen.70 Nog nooit heb ik zooveel brieven ontvangen als nu en ik ben natuurlijk erg gelukkig, want iedereen is zoo lief en hartelijk. Ik ben zoo blij dat jij Lou kent want nu is er tenminste een persoon die geen explicaties en beschrijvingen wil hebben. O, ik ben er al zoo moe van om aan iedereen precies de zelfde dingen te vertellen, en ik beklaag de arme censor die al mijn brieven door moet lezen.

Dank je ook wel voor de vriendelijke invitatie, waarvan ik met heel veel genoegen gebruik zal maken. Mama blijft hier en zal iemand krijgen om haar gezelschap te houden, maar ik moet gaan want wij kunnen onmogelijk wachten voor het einde van den oorlog. Niemand weet hoelang dat nog kan duren en Lou en ik kunnen het niet meer zoo ver van elkaar uithouden. Misschien ga ik in Mei, zeker niet later dan Juni,71 maar als alles hier weer rustig is komen wij natuurlijk in Transvaal wonen. Ik denk dat mijn zuster [Line], met haar drie kinderen, ook naar Holland gaat.

Wij hebben heerlijke nieuws van Fritz gehad. Een prisonier schrijft dat hij hem op 25 Jan. gezien heeft in distrikt Ermelo, en dat hij toen nog veilig en gezond was. Van Dietlof hooren wij ook geregeld.72

Ik zal je liever nu geen postzegels zenden omdat het niet veilig is door de post, maar ik zal ver jou saam neem zoo's ik Holland toe gaan. Dit is banja zwaar om goed in die hande te kry, want die Engelschen collecteer vreeselijk en gê nie ver een ander mens een kans nie. Ons het amper niks geen aardigheid van de oorlog nie.

En nou zal ik maar tot sluiten overgaan, met die pen, maar nie met die hart nie. Ik verlang vreeselijk ver julle almal en wil toch zoo graag jou twee lieve klein kinderkies zie. Zeg aan Meta dat haar stiefsussie een dikke zoen stuur, en jou stiefma stuur ver julle ok banja groetnis.

Nogmaals hartelijk dank voor al de gelukwenschen. Auf wiedersehn, beste Kees. Je je steeds toegenegene Johanna.

My "man" zal ver jou niks maak as jij ver mij bij die naam noem. Moenie bang wees nie.

Brief 9 Mev. M.M.E.van Warmelo-Maré

Alphen, Wijnberg, Kaapkolonie 12 October 1903

Lieve Cornelis,

Nu wordt het toch eindelijk tijd dat ik mijn correspondentie van 1902 begin te beantwoorden. Ik heb brieven van Mev. Middelberg,73 mijne schoonzusters,74 arm 'ou Pannevis'75 en anderen, sommige meer dan een jaar oud. Daar blijft niets anders dan nu vergiffenis te vragen en beterschap te beloven. Misschien als Johanna niet meer in Holland is zal ik weer aan andere schrijven.76 U weet zeker dat ze al spoedig terugkomt? In november - die arme ding zal blij wees om weer de warme zon van Transvaal te voel na al de kou van Niezijl77 - ik hoop dat u haar zal gaan zien want zij zal onmogelijk haar vrienden kan gaan groeten, de baby78 is niet wel en zij ook niet. Ik ben een beetje ongerust over hen zij is nog niet sterk genoeg, om zulk een lange reis te maken.

Wij allen hebben zenuwen van de oorlog. Jammer dat u zoo weinig van haar gezien hebt want zij kon zoo veel vertellen - hoe wij de Engelschen fopten - onder de neusen van de censors door smokkelde in brieven - doosjes - koppen van porselein. Hoe wij spionnen in huis hadden, twee dagen en twee nachten achtereen - omringd als wij waren van Kaki's - U weet de rij blugomboomen [bluegom tree, bloekomboom, Eucalyptus] die aan de bovenkant van "Harmony' langs de draad staan, daar waren de 'Mounted Police' van Kitchener gestationeerd, op de grond van Kotzé (die behoord ook nu aan 'Harmony', ik heb het net gekocht) langs de geheele lijn. Dus hadden zij een goede overzicht van ons grond enz. Nadat zij mijn huis onderzochten ging het bezwaarlijk - toch had ik ze weer, een maand daarna. Het zou heel interessant wezen om alles te beschrijven maar ik bezit die gave niet.

Ik ben nog altijd op 'Alphen' bij Line, de rust is heerlijk en goed voor mij, want ik heb het nodig. Mijn gezondheid is een weinig beter - als het mogelijk is zal ik de volgende jaar in Juni naar huis gaan - de beste tijd hier is de zomermaanden en 's winters in Pretoria. - En hoe gaat het met Meta en de kinderen? Ik heb geen portret van de baby - wat zou ik ze graag willen zien. Zij zijn zeker al groot en een handje vol voor de Moeder - Ik heb het zeker bij u zoo bij u verbruid dat ik nooit meer een brief zal krijgen? Maar jij zal jou toch nie op een arme ziekelijke ou vrouw wreek nie!

Ik ben verplicht om deze brief aan Johanna haar adres te zenden, daar ik uw laatste niet hier heb. Dietlof schrijft zeker nu en dan en vertelt al de nieuws van 'Harmony'? Over Transvaal wil ik liever niet schrijven. Groet uw moeder en Meta hartelijk van mij. Wees ook gegroet van Line. Uw toegenegen vriendin

M. van Warmelo

U naam is zoo bekend in Utrecht, dit zal wel terechtkomen.79 Net een brief van Joh(anna) [ontvangen]. Zij en de baby zijn veel beter en ik ben zeer dankbaar.

Brief 10 Mevr. M.M.E. van Warmelo-Maré

"Alphen", Wijnberg, Cape Colony April 13th 1904

My dear Cornelis,

I have still to answer your most welcome letter of December 10th - how the time flies. I did not think it was so long ago. I only seemed like yesterday that you and Johanna were here. But I thanked you for the photograph by p/card which they me brought from you - Writing is so difficult for me because I cannot write unless I sit up, and that I cannot do for long - it is worse than anything else. When one can sit one can always be busy with one or the other thing. In the beginning of May we are going to the seaside for a month and in June I hope to return to Pretoria. The best sea-bathes and air will make me so strong to stand the journey well no doubt. I are longing to be home again although, Line does everything in the power to make things comfortable for me. The long rest of 16 months has done me good - I had son and Johanna but they leave for Pietersburg 1st May,80 besides the house was too full to hold us all. Lou has accepted the call for Z[out]p[an]burg combined with Waterberg at Pond 400 a year81 and trav[elling] expenses free and Pond 200 for expenses from Holland, but the 'Giesman' allows clergyman to travel / price all through the colonies now, that is a good arrangement, it is not?

Lou was bevestigd last Sunday 10th, he is splendid and will do very well in Transvaal -just a man for the people to worship as they do a favorite "predikant" - and Zoutpansberg people were always very affectionate - perhaps because they are aware what a sacrifice it must be for an educated man to live so far away. I was against it at first on account - of the distance, but soon saw that it was selfish on my part besides it is 11 hours only by train, right into Pietersburg - Lou had a chance to come here to Wijnberg at Pond 520 a year all free, but he prefers to work for our people - Zeerust and Marico and Lichtenburg were too far away and there is no railway communication yet. I suppose you know that Willem is also a father - his son weighed 10 lbs when he was born and is next by twice as big as Johanna's 'Bambino' Brandt is the dearest little fellow, with an angelic smile he is forever laughing and has two teeth already. Willems boy is an echte Boer, perhaps he will become a Generaal!

I was so sorry to see Meta was not so well and hope she is quite recovered by this time - Your two little ones are a fine pair, how I would like to see them in person; and what a joy they must be to their grandmother - Your sister also has two I think Mrs. Kleyn told me the other day.82 She and Ivy are still here but they intend going to Pretoria next week; if there are no serious developments of pest. The Gov. seems to have a firm hold of it though. I hope it will be quite over by June.

Johanna told me in one of her letters that Japie Celliers with his whole family live in quarantine - Mrs. C. went to the funeral of Dr. Marais in Johannesburg and slept in one of the beds83 - so you can imagine how anxious the poor people must have been since. What a pity you have only 3 weeks holiday in the year you might otherwise take a trip to Transvaal and I would like of all things to have a nice long talk about the past, present and future - poor future, what it has in store for us God only knows. I am reading a great deal about spiritualism. The works of the Society of Veritas in Amsterdam are much interested84 - I think they have done me a great deal of good and I understand now why all our prayers, tears and sufferings were of no avail when God wills otherwise. The question is whether our people are not far better off with less worldly goods than they were five years ago. Except the loss of our independence of ... - nothing can compensate for that on earth.

Willem and family live close by Harmony - Dietlof and Fritz are both prospecting for diamonds - or something in that line - although I also look after Harmony. Now my dear friend I must close, do not thinks because I do not write often you are forgotten by us - remember me kindly to your mother and Line also sends kind regards to you and Meta. Kiss the children and love to Meta,

Yours affectionately M. van Warmelo

Brief 11 Mevr.M.M.E. van Warmelo-Maré

Harmony, Pretoria, Box 56. December 5th 1904

My dear Cornelis,

I have only time for a few hurried line before the letters go to the post but I cannot allow this mail to pass without writing a few words for the coming New Year. May it bring you and yours prosperity health and happiness. I wrote you some time ago just before leaving Alphen but have not heard from you since - but I am sure it is not because we are forgotten - perhaps I deserve it for I must admit that I neglected writing to you. I am not better in health since my return, but must such have patience - it may have and I may still be able to be of some use in the world.

And how are Meta and the two dear little ones? How time flies - you will presently be the father of grown up children. You should Willems son - a going giant with a voice like a bull, when he bellows I can hear him through everything closed doors and windows.85 He is a nice little fellow, but not such a sweet angel as Bambino. Perhaps there are two Bambino Brandts by this time - yesterday a telegram came for the nurse who left last night. I hope to hear soon.86

Next week will be a very lively one in Pretoria. Poor old President.87 I received from a card at the time of Joh's wedding written by himself.88 Dietlof says I must tell you he will write soon - "hij slaaf en jaag my aan om te dorp toe gaan". But I hope he write some again. Remember me to your Mother and her family of sons and daughters. With love to Meta and a kiss for the children. Yours affectionately M. van Warmelo.

Brief 12 Uittreksel uit een brief van Mrs. van Warmelo-Maré d.d. 14 Januari 1906

In de Volksstem stond verleden maand het verhaal van Piet Retief.89 Die ouwe verhalen zijn altijd lezenswaardig, een mensch wordt er nooit moe van. Mijn Moeder die toen een kind van 8 of 9 jaren oud was, vertelde ons veel over die moorden; zij was in Maritz zijn lager geloof ik.90 Toen de menschen schoten op de Kaffers, dachten de andere lagers dat het Victorie schoten [waren] omdat Retief terug kwam. Ook vertelde zij mij hoe een lager gered werd door een volle revier en dat een Oom van mij zoo vroeg op stond. De vorige dag zat een Ou meid water te scheppen aan de andere kant van de revier, die toe over de oever liep, erg breed. Zij schreeuwde naar het volk bij de wagens "Dingaan en zijn commandoes kom aan net als die ... [een woord onleesbaar) maar niemand geloofde haar. Smorgens stond mijn Oom heel vroeg op en wou zijn pijp bij een vuur aansteken, de rivier lag net voor hem, en toen hij zijn oogen opsloeg zag hij in de schemering een muur van wemelende kaffers. Sommigen waagden het de volle rivier over te zwemmen en waren al bezig. Hij wekte het lager en zij schoten de Kaffers terug en hadden tijd om versterking te krijgen of te ontvluchten ik weet niet zeker.

Brief 13 Mev.M.M.E. van Warmelo-Maré

Pastorie Pietersburg, Zoutpansberg91 11 Augustus 1907

Lieve Cornelis,

Banja dankie dan ok voor uw brief van 19 Juli die ik l.l. Donderdag ontving. Ik had al lang plan om te schrijven van uit Natal maar kon geen tijd vinden. Nu beantwoord ik uw brief maar dadelijk anders komt er weer afstel. Morgenavond vertrek ik van hier, dan is mijn maand over, en als ik thuis kom is er veel te doen - geen denken aan correspondentie. Zooals ik per brief haast schreef zou ik voor mijn rheumatiek naar Natal gaan. Boven op een berg heeft den Heer Beissner een Sanatorium gesticht á la Eechere [??] - hij was vroeger zwak en erg ziekelijk, maar is door de Kuhne kuur gezond geworden, loopt met bloote voeten meestal, zonder hoed, weinig kleeren, drinkt alleen water, eet alleen grof brood met vruchten volop en groenten ... voor middagmaal - is gewoon een natuur kind.92 Mijn zuster Mevr. Potgieter93 en ik zijn toen daarheen gegaan en hebben vier weken daar doorgebracht, niet lang genoeg om gezond te worden, maar wij kunnen die kuur nu thuis voortzetten, er ik ben er zeker van, als wij volhouden voor een langen tijd, wij ook genezen zullen worden, want wij hebben gezien de wonderen die hij doet. Zij hebben kiekjes genomen van ons, in zon en modder baden, wandelingen berg op en af, heel interessant. De natuur is prachtig, op Sweetwaters en rondom, zoo ver als een oog kan zien bergen bedekt met hoog golvende gras - geel groen - en daarop overal plantaten van boomen - donkergroen en dicht-begroeide kloven tusschen de bergen. Maritzburg lig voor het huis zijnde uitgestrekt - nee maar zoo'n gezicht kan een pen zooals de mijne niet beschrijven. Ik hoop er een dag weer heen te gaan.

Maritzburg is mijn geboorteplaats maar van de kennissen vergeten jonge dagen zijn er niet velen over gebleven - de ouderen zijn gestorven, en van mijn leeftijd verspreiden over de aarde. Lady Bale met haar zuster zijn de eenige familieleden/nichten van mij. Haar man Sir Henry Bale is Hoofdrechter van Natal.94 In Greytown zijn nog veel fabrieken van ons. Een zuster van Louis Botha is ook getrouwd met een neef van mij daar.95 Ik was een maand thuis, en kwam toen hierheen om Johanna een beetje gezelschap te houden in haar eenzaamheid.96Ook om mijn naamgenoot te zien.97 Ik heb Joh. nog nooit zoo goed gezien en zoo mooi, gezond en dik. De viertal98 is ook bijzonder gezond en voorspoedig, heerlijke kindertjes, ik heb van hen genoten, dat kunt jij begrijpen. Johanna zal over een paar weken naar Pretoria komen met de baby, misschien blijft zij daar tot Lou terug komt. Ik ben blij om te zien dat hij bij jullie was, en hij heeft zeker meer verteld dan ik schrijven kan. Hij geniet van zijn "trip" dat is zeker - en hij heeft ook die uitstapje verdient. Ook ben ik blij om te zien dat het bij jullie goed gaat. Ja ik zou graag eens weer willen komen kijken. Maar dan moet ik eerst geld hebben. Nu zijn de tijden te ellendig - leege huizen, bijna geen inkomen, een op Heidelberg (een winkel) waar ik 20 Pond per maand van kreeg - afgebrand - of liever in brand gestoken, de man was bankroet, en de boel te verbranden, boeken en alles, schijnt het gemakkelijkste te zijn. Mijn twee plaatsen zijn allerlei rijk in koper en mineralen maar wij moeten markten, nu is nog alles door mekaar.

Dietlof is thuis, hard bezig weer op Harmony. Frits is Boschveld toe - hij was zes weken weg. Zij hebben veel wild geschoten, in de veertig bokken alleen - hij kwam voor een week terug, en is al weer weg om hunne ontdekking te openen. Willem heeft nog altijd die kleine betrekking in de stadsraad, 30 Pond per maand. Maar daar is kans nu voor iets beter - hij heeft goede vrienden die zijn waarde ook kennen. Line heeft ook een dochter, nu vier, ook een naamgenoot van mij99 - twee [kleinkinderen gekregen] in 14 dagen. Ik heb nu 9 kleinkinderen. Klaasje van Emilia is zoo breed als hij lang is - een prachtstuk. Nu weet jij weer een heeleboel van ons af. Jij moest een dag een kijkje komen nemen in Transvaal weer - in de vruchten tijd.

- Groet Meta hartelijk van Johanna en mij - zoen de kinderen en ontvang dit in welstand van Uw toegenegene vriendin M. van Warmelo.

 

 

 

GJ (Gerrit) Schutte is in het bijzonder geïnteresseerd in de geschiedenis van het Nederlands Protestantisme, de Verenigde Oost-Indische Compagnie en de betrekkingen tussen Nederland en Zuid-Afrika. Recente publicaties van zijn hand zijn Koloniaal Kaapstad in 1751-1752. Brieven van de tante Ten Damme aan hun nichtjes Swellengrebel (Amsterdam 2020), (met Boris Gorelik) "Dutch Trade and Patronage Networks in early modern Russia and the VOC Cape" (Historia 66, 2021, pp. 39-60) en "The NZAV and Magic Lantern Slides" (Magic Visions: portraying and inventing South Africa with lantern slides (Amsterdam 2022, pp. 576-78).
GJ (Gerrit) Schutte is particularly interested in the history of Dutch Protestantism, the Dutch East India Company and relations between the Netherlands and South Africa. His recent publications are Koloniaal Kaapstad in 17511752. Brieven van de tantes Ten Damme aan hun nichtjes Swellengrebel (Amsterdam 2020), (with Boris Gorelik) "Dutch Trade and Patronage Networks in early modern Russia and the VOC Cape" (Historia 66, 2021, pp. 39-60) and "The NZAV and Magic Lantern Slides", Magic Visions: portraying and inventing South Africa with lantern slides (Amsterdam 2022, pp. 576-78).
1 D.J.D. Taljard & P.J. van der Merwe, "Enkele grondbeskouings van Johanna Brandt se denke", Herv.Teol. Studies 49, (1993) 267-280; Bep du Toit, Die verhaal van Johanna Brandt. Een roman (Pretoria 1999); Rita van der Merwe, Johanna Brandt en die kritieke jare in die Transvaal 18991908 (Pretoria 2004); The War Diary of Johanna Brandt. Ed. Jackie Grobler (Pretoria 2007); M.E. van der Merwe, 'n Historiese perspektief op die kontroversiële lewe van Johanna Brandt (18761964) Ph.D., University Pretoria 2016.
2 Volgens Johanna Brandt, "Die Millennium" (Bloemfontein 1918. 3 druk) 94 overleed zij 2 december 1916, op Harmony.
3 The Irene Concentration Camp (London 1904) - Het concentratie-kamp van Iréne (Amsterdam-Kaapstad: Hollandsch-Afrikaansche Uitgevers-Maatschappij, v/h Jacques Dusseau & Co., 1905); The Petticoat Commando, of Boer Women in Secret Service (London1913) - "Die Kappiekommando" of Boeren-vrouwen in geheime dienst (Amsterdam: J.H. de Bussy) 1913, 2druk 1915, Afrikaanse vertaling Kaapstad 1958; The Millennium (1918) - Die Millennium. Een Voorspelling (1918).
4 Met name in de dissertatie van mevr. Van der Merwe, 'n Historiese perspektief.
5 Diary, 111, March 7, 1901; 170 April 26, 1901. Tante Kee: Cornelia ten Bosch, tante aan de kant van de familie Warmelo; Emilia Frijlinck, vriendin en later de vrouw van Willem van Warmelo.
6 Diary, 111 nt 180: See Archives ofthe NHK van Afrika, Pretoria, L.A. Brandt Collection, IX/165, unsorted, C. Beelaerts van Blokland - Joh. van Warmelo, 22 November 1899.[ten rechte: 22 October 1899: Argief NHK Pretoria Brandt-van Warmelo 165; info N. Sarkady, argivaris].
7 Archief Zuid-Afrika Huis, Amsterdam, Collectie 003 inv. nr 20 Brieven van Mw. Marie A.E. van Warmelo-Maré, haar kinderen Dietlof, Willem en Johanna.
8 Zij wierf financiële steun ervoor o.a. bij de Nederlandse Pro-Boer organisaties: brief Pietersburg 18.12.1906 aan H.J. Emous, Amsterdam (Archief Zuid-Afrika Huis, Amsterdam. Collectie H.J. Emous inv,. nr 2).
9 A.D. Pont, Nicolaas Jacobus van Warmelo 1835-1892 (Utrecht 1955);
10 Grobler zal dat "prominent inhabitant" wel hebben ontleend aan de brief van Mevr. Van Warmelo van 12 10.1903, die het adres van Cornelis niet bij de hand had.
11 G.J. Schutte, "Scholier in Transvaal,1884-1887, in Spectrum Zuid-Afrika" https://w.w.w.zuidafrikahuis.nl.2023/03/30/scholier-in-transvaal-1884-1887/ Gebaseerd op Zuid-Afrika Huis, Amsterdam: Archief Collectie 003 C. Beelaerts van Blokland inv. nr 21.
12 Dagboek in familiebezit C. Beelaerts van Blokland, Vreeland; C. Beelaerts van Blokland, Transvaal II (1943).
13 Dietlof Siegfried van Warmelo (1870-1966).
14 Christina Deliana (Line) van Warmelo (22.9.1870), getrouwd met Henry Cloete (1845-1920), procureur, Brits sub-agent te Pretoria.
15 Arthur Robert Sawyer (overleden 1933), geoloog en mijningenieur, kenner van mijnwetgeving en prospector naar een goudader in Heidelberg (SABW IV, 567).
16 Ds. C. Spoelstra (1860-1918), sinds 1896 predikant van de Ned. Hervormde Kerk te Pretoria; vgl. "Het zwarte schaap Spoelstra" in G.J. Schutte, Op de zolder van de Keizersgracht (Amsterdam 2014) 55-59; Jvr. Bregje Agatha Georgina van de Poll (Amersfoort 18.12.1867, dochter van de president van de rechtbank in Amersfoort, en een zuster van Jhr. Hendrik van de Poll, grondeigenaar op Dullstroom, Transvaal).
17 Willem van Warmelo (1874-1948); Frederik (Fritz, Frits) van Warmelo (1878-1943); Zie voor de verloving van Johanna hieronder nt 20.
18 J.H. Hora Siccama, "Levensbericht G.J.Th. Beelaerts van Blokland", JaarboekMaatschappij der Ned. Letterkunde 1900, 288.
19 Margaretha Elisabeth Maria (Meta) Havelaar (22.8.1873 Utrecht, dochter van J.P. Havelaar (ambtenaar Waterstaat, minister, lid Staten-Generaal; commissaris Staatsspoorweg).
20 Mw. J. Kamp, Hoe om gesond te word en gesond te bly: natuurgeneeswyse (Pretoria 1926).
21 Diary, 136; Van der Merwe, Johanna Brandt, 16.
22 Pont, Van Warmelo, hfk II, m.n.40, 43-44. Van Warmelo was een leerling van J.H. Scholten.
23 Frederik van Eeden, Dagboek 1878-1923 del 2 (1971) 1091; deel 3, nr 1316. Ingrid Kloosterman, "De waanzinnige wetenschapper. De belangstelling voor spiritisme en 'physical research' van Frederik van Eeden 1880-1923", Biografisch Bulletin 21 (2011) 69-75, correctie op Jan Fontijn, Tweespalt. Het leven van Frederik van Eeden tot 1901 (Amsterdam 1990) en Jan Fontijn, Trots verbrijzeld. Het leven van Frederik van Eeden vanaf 1901 (Amsterdam 1996).
24 De brieven zijn letterlijk afgedrukt, al werd Jhsburg voluit Johannesburg en het plusje + (= en of and, en zijn soms leestekens ingevuld.
25 Christiaan Johannes Joubert, Hoofd van Mijnwezen Zuid-Afrikaansche Republiek, vooraanstaand ouderling in de Nederduitsch Hervormde Kerk.
26 De Ned. Hervormde Kerk van Pretoria trok zich terug van de Vereniging met de Ned. Geref. Kerk, waar Ds. N.J. van Warmelo voorstander was geweest.
27 Dr. W. J. Leyds, Staatssecretaris ZAR, maakte na het overlijden van gezant Jhr. G. J. Th. Beelaerts van Blokland op 14 maart 1897 een reis naar Europa (31 maart -juli 1897), werd op 20 mei 1898 benoemd tot gezant en vertrok op 28 mei 1898, om zich in Brussel te vestigen; van 28 januari tot 24 maart verbleef hij weer in Zuid-Afrika voor overleg in Pretoria.
28 Zeventien jaar oud was Johanna verloofd met Karel de Kok, en zij zouden trouwen op 7 april 1897, maar de relatie werd verbroken: Rita van der Merwe, Johanna Brandt en die kritieke jare in Transvaal 1899-1908 (Pretoria 2004) 16.
29 Argief NHK Pretoria, Argiefgroep Brandt-van Warmelo 165.
30 De moeder van keizer Wilhelm II van Duitsland was de oudste dochter van koningin Victoria van Engeland.
31 Staatsmodelschool, de middelbare school.
32 Aanval op Platrand, onderdeel van de Britse verdedigingslinie rondom Ladysmith, 7-9 november 1899.
33 Johannes Willemse, een politieman, vergelijk J.H. Breytenbach, Geskiedenis van die Tweede Vryheidsoorlog (Pretoria 1973) III, 53-54
34 Het bombardement vond plaats 13-14 december 1899.
35 Maarschalk Lord Frederick Sleigh Roberts werd 18.12.1899 benoemd tot opperbevelhebber van het Britse leger in Zuid-Afrika en generaal H.H. Kitchener (1850-1916) als zijn rechterhand en (20 november 1900) zijn opvolger. Zij arriveerden op 10 januari 1900 in Kaapstad.
36 Stormberg 10 december 1899,
37 Prof.dr. J.A. Korteweg (1851-1930), hoogleraar heelkunde Leiden, lid van de Eerste Nederlandse Rode Kruis Ambulance 1899-1900.
38 Vergelijk Van der Merwe, Johanna Brandt, 55.
39 Er is een artillerist Maré verwond (been af) bij het afvuren van een kanon bij Bloubank, 14.11.1899 (Breytenbach, Geskiedenis, 2 (Pretoria 1971) 420. Tante Sarie - onbekend.
40 Johanna Maria Kneppelhout van Sterkenburg, weduwe van G.J.Th. Beelaerts van Blokland (18511923).
41 Met haar moeder verbleef Johanna de tweede helft van het jaar 1897 in Europa, met name in Nederland. Daar leerde zij ook L.E. Brandt kennen, een vriend van haar broer Dietlof, beiden student te Utrecht.
42 Line was haar oudere zuster Christiana Deliana van Warmelo (1870- ), getrouwd met procureur Henry Cloete (1845-1920), tot 1895 waarnemend agent voor Engeland in Pretoria. Zij woonden op 'Alphen', Wijnberg. Hun moeder woonde inderdaad na de vrede in 1902 lang aan de Kaap, meest op 'Alphen'.
43 P.A. Cronjé moest zich overgeven bij Paardeberg 27 februari 1900, het beleg van Kimberley had geen succes en het beleg van Ladysmith werd 23 februari 1900 opgegeven, Bloemfontein door de Engelsen bezet 13 maart 1900.
44 De Engelsen trokken Pretoria in, 5 Juni 1900: 'I went to Town this morning to watch the [British] troops marching in - .... I carefully put on my Transvaal colours ... sick at heart I watched all this -with boiling blood ....: Dairy, 45 (5th June 1900).
45 Diary, 42 (16th March 1900) 'Dietlof went to Warm Baths for knee'; (31th March 1900) 'Dietlof came back from Waterberg'.
46 Abrahamskraal, zuid van Bloemfontein, 9 maart 1900.
47 Emilia Frijlinck.
48 Via zijn zwager Henry Cloete mocht hij op parool naar Nederland (Van der Merwe, Johanna Brandt, 27).
49 Op 3 mei 1899 was een zoon van Kees en Meta Beelaerts van Blokland geboren, Gerard Jacob Theodoor. Kees' moeder woonde met nog een aantal kinderen in Den Haag.
50 Marie - mogelijk haar nichtje Marie ten Bosch in Hoenderloo (vergelijk Van der Merwe, Johanna Brandt 118).
51 De passen in de Magaliesbergen rondom Pretoria.
52 Generaal C.F. Beyers.
53 Vermoedelijk de arts G.H. Mulder, 1897 uit 's-Gravenhage afkomstig. Vergelijk Diary, 61 (January 1901).
54 Generaal R.A.P. Clements.
55 Cornelis' moeder en jongere kinderen woonden op Koninginnegracht 62, Den Haag.
56 Diary, 188 (May 5, 1901): 'Dear Diary, I am going to Irene ... The mother has consented'.
57 Diary, 187 '(May 2th, 1901).
58 Cornelis' moeder en broers en zusjes in De Haag.
59 Franjoise Anna Maria Emilia Andrea Beelaerts van Blokland, geb. 5 september 1901.
60 De Nederlandse consul-generaal F.G. Domela Nieuwenhuis. Vergelijk Diary, 383: October 25th
61 Ir. M.E. de Wildt (1855-1907), sinds 1888 in Transvaal, in dienst van de NZASM, 1894 als secretaris van de directie, 1898 hoofdingenieur, 1899 ook beheerder Pretoria-Pietersburg spoorwegmaatschappij, Nederlands vice-consul. Hij was sinds 1898 Transvaals burger.
62 De Franse consul V.S. Aubert.
63 Dietlof van Warmelo was krijgsgevangene op Ceylon. Hij stuurde vanuit Ceylon ook brieven aan Cornelis Beelaerts van Blokland: Ahmednegal Fort,29.12.1901 'I write every week to Pretoria and Wijnberg', maar de censor beperkt ons altijd brieven; 21.4.1902: 'Your welcome letter of last month I shall answer in the same language, it being the censor's mother tongue'. (Archief ZAH, 003 Collectie C. Beelaerts van Blokland, inv. nr 20).
64 Willem van Warmelo was sinds 1890 student in Nederland (Delft), toen de oorlog begon ging hij terug naar Transvaal en werd, nauwelijks aan het front, op 27 februari 1900 krijgsgevangen; hij mocht op parool naar Nederland om zijn studie voort te zetten (Van der Merwe, Johanna Brandt, 27). Emilia Frijlinck was Willems latere echtgenote.
65 De familie Pera bouwde er groenten en fruit.
66 TjaartA.P. Kruger, de jongste zoon van President Kruger, overleed door longontsteking, september 1901.
67 Geziena S.F.W. Kruger-du Plessis, overleden 20 juli 1901.
68 Sophia Margaretha Kruger (23.10.1866-1901)), getrouwd met Pieter Nicolaas Jacobus Smit (1860-.
69 Alida Bernardina (Alie) Kruger (1868-1961), getrouwd met Jacobus Marthinus Malan (gesneuveld 1901); zij hadden vier kinderen. Alie is later hertrouwd met Petrus Jacobus van der Walt (18641938).
70 Johanna had haar voornemen bekend gemaakt, naar Nederland te gaan om te trouwen met ds. Louis Brandt.
71 Diary, 441 (Februari 18th, 1902); 'The mother insists on my going to my beloved in May or June'.
72 Dietlof schreef aan Cornelis Beelaerts van Blokland, 29.12.1901: 'I am very glad with Johanna's engagement. I am very fond of Lou Brandt and his family, and I am sure she will lead a happy life and make Lou happy'.
73 Leopoldina Middelberg-Hallmann, getrouwd met spoorwegdirecteur G.A.A. Middelberg.
74 Vermoedelijk Tante Kee ten Bosch en Tante Coos, getrouwd met Henri van Warmelo, een broer van ds. N.J. van Warmelo.
75 Vermoedelijk Nikolaas Hendrikus Pannevis (geb. Ouderkerk aan de IJssel 13.12.1844), landdrostklerk Heidelberg, en broer van de Kaapse Arnoldus Pannevis
76 Johanna was in mei 1902 naar Nederland gegaan en trouwde in Rheden op 28 augustus 1902 met ds. Louis E. Brandt, Nederlands Hervormd predikant in Niezijl (Gr.).
77 Vergelijk Van der Merwe, Johanna Brandt, 124.
78 Haar eerste kind, Louis Dietlof Brandt, geboren 7 augustus 1903.
79 Uit deze woorden mag men niet opmaken dat Beelaerts van Blokland inderdaad 'a prominent inhabitant' was (Diary, 111nt).
80 Ds. L.E. Brandt was op 8 april 1904 bevestigd tot predikant van de Ned. Hervormde kerk Zoutpansberg.
81 Van der Merwe, Historiese Perspektief, 32: 500 Pond.
82 Wilhelmina Susanne Kleijn-Pronk, weduwe van F.W.H. Kleijn (Scheveningen 23.9.1838 -23.9.1896 Pretoria). procureur en rechter Hooggerechtshof; zij was naar zijn overlijden verhuisd naar Den Haag, maar kwam nu terug, met een van haar dochters. Mevr. Kleijn had gelijk: Cornelis' zuster Magdalena Beelaerts van Blokland (1878-1969), in 1901 getrouwd met F.J. Backer, had sinds 20.11.1902 een dochter Johanna Maria en 7.6.1903 een tweede Hendrina Christine gekregen.
83 In 1904 vond een pestepidemie plaats, die in Johannesburg, met name onder de Indiërs, slachtoffers had; een daarvan was dokter Marais uit Fordsburg, evenals zijn vrouw en drie van zijn vier kinderen; hij werkte onder de Indiërs (Schoonhovensche Courant 2 april 1904; C.M. Evans Jr, I. Hall, 'Pneumatic plague Johannesburg S.A 1904', Emerging Infectious Diseases 24 (1) 2008, 95-102). Jacob Daniel Celliers (1855-1913) woonde op Myrtle Lodge, waar hij de eerste Jacaranda bomen in Pretoria plantte. Hij was getrouwde met Maria Theresa Elianora Celliers.
84 De uitgeverij Veritas verzorgde de publiciteit/uitgaven van de Theosofische Vereniging in Amsterdam.
85 Klaasje (Nicolaas Jacobus), zoon van Willem en Emilia M.W. van Warmelo-Frijlinck.
86 Emelie Maria Dorothea Brandt, geboren 8.12.1904.
87 Op 16 december 1904 werd de oud-president S J.P. Kruger te Pretoria begraven, in de dagen ervoor stond hij publiek opgebaard.
88 Onbekend.
89 G. Preller publiceerde een reeks artikelen over Piet Retief, in februari 1906 gebundeld in G.S. Preller, Piet Retief. Lewenskets van die grote Voortrekker (Pretoria: Volksstem Drukkerij 1906).
90 Johanna Elizabeth Kruger (dochter van Pieter Ernst Kruger), overleden 14.8.1874, op 23.2.1848 getrouwd met Dietlof Siegfried Maré, 1870 landdrost van Zoutpansberg.
91 Het adres van het gezin van ds. Louis en Johanna Brandt.
92 In Sweetwaters (omgeving Pietermaritzburg) leidde 'Professor' August (Christian Conrad) Beissner (1850-1928 Sweetwaters) sinds ongeveer 1900 een International Natural Healing Sanatorium, gebaseerd op New Science of Healing, natuurgeneeskunde, hydromethode en de opvattingen van de Zevendedags Adventisten, zie Julie Parle, States of Mind. Searching for Mental Health in Natal & Zululand 1868-1918 (Ph.D.thesis University of Pretoria 2007)183-185, 193; G.P. Alcock, The Hills above Pietermaritzberg: an appreciation (2014) 5, 26.
93 Catharina Alette Magdalena Maré, getrouwd met P.J. Potgieter, de Kommandant van Waterberg, "een man met een houten been en 2 kogels in zijn body", volgens Cornelis Beelaerts in Transvaal II, 26.
94 Sir Henry Bale (1854-1910). Hij was getrouwd met Eliza Wood, overleden 1890, en hertrouwd met Margaret Berning; de familieband is mij onbekend.
95 Verscheiden zusters van Louis Botha zijn geboren en getrouwd in Greytown, waar diverse (achter?) neven verschillende familienamen hadden.
96 Ds. L.E. Brandt bracht een bezoek aan Europa.
97 Maria Magdalena Elizabeth Brandt, geboren 8.5.1907.
98 Louis Dietlof, Emelie Maria Dorothea, François Antoine, Maria Magdalena Elizabeth Brandt.
99 Kinderen van Line: Nicolette Jacoba; Reiniera, Henriette Adriana, Maria Magdalena Cloete.

Creative Commons License All the contents of this journal, except where otherwise noted, is licensed under a Creative Commons Attribution License