SciELO - Scientific Electronic Library Online

 
vol.57 issue1Hengelo is Afrika: de Afrikaanse literatuur in Nederland in 2009 author indexsubject indexarticles search
Home Pagealphabetic serial listing  

Services on Demand

Article

Indicators

Related links

  • On index processCited by Google
  • On index processSimilars in Google

Share


Tydskrif vir Geesteswetenskappe

On-line version ISSN 2224-7912
Print version ISSN 0041-4751

Tydskr. geesteswet. vol.57 n.1 Pretoria Mar. 2017

http://dx.doi.org/10.17159/2224-7912/2017/v57n1a16 

VARIA

 

Nederlandse tippetoppetepeltuitjes

 

 

De Afrikaanse literatuur in Nederland in 2016

De grote gebeurtenis van het jaar was Een vlam in de sneeuw, liefdesbrieven van André Brink en Ingrid Jonker. Voor Nederland horen zij beiden tot de grootste figuren van de Afrikaanse literatuur. Behalve bij literatuurliefhebbers trekt het boek als document uit de apartheidstijd ook de aandacht van lezers met een politieke of historische belangstelling. Brinks brieven zijn vertaald door zijn vaste vertaler Rob van der Veer, die van Jonker door Karina van Santen en Martine Vosmaer (Podium, 34,90). Zij vertelden over hun werk op 9 juni in het nachtprogramma "Nooit meer slapen" op Radio 1.

Na een voorpublicatie in De Volkskrant, ingeleid door Arjan Peters, volgden flink wat persreacties, onder meer in Het Parool en HP/De Tijd. Toef Jaeger sprak in NRC Handelsblad (13 juni) over een "schitterende briefwisseling" en gaf een ongebruikelijk lang inhoudsoverzicht. Annemarie van Niekerk kreeg dankzij deze brieven uitzicht op een genuanceerd oordeel over de "schuldvraag" rond deze gefnuikte liefde. Zonder partij te kiezen blijkt zij uiteindelijk toch het dichtst te staan bij Jonker, geconfronteerd als die is met "de verschrikkingen die het leven in petto heeft" en "de immense schoonheid en pijn van het bestaan" (Trouw 4 juni).

Frits Abrahams, de dagelijkse columnist van de NRC, besteedde twee achtereenvolgende stukken aan wat hij "een van de opmerkelijkste boeken van ditjaar" noemde (28-29 september). "Zo'n openhartige, intieme correspondentie" herinnerde hij zich niet eerder gezien te hebben. Abrahams staat versteld van de Nederlandse versie van Brinks woordenrijke liefdestaal: "Een groet aan je buikje. En je zachte dijen. En je tippetoppetepeltuitjes. En je ogen. En je haren. En je piepkuikentje." Maar al dit prachtigs vormt voor Abrahams ook een pijnlijk contrast met de kille woorden waarmee Brink twee jaar later de relatie afkapt, waarop een paar maanden later Jonkers zelfmoord volgt. Abrahams noemt het: "een dolkstoot".

Ook bekritiseert hij Brink omdat die in zijn memoires 'n Vurk in die pad de vraag of Jonkers zelfmoord verband hield met zijn verstoting van haar, uit de weg ging. Volgens Abrahams vluchtte Brink in een afbrekende portrettering van Jonker, als "een egoïstisch monster." Het valt op dat Abrahams na Hans Ester al de tweede Nederlander is die Brink scherp aanvalt. Des te jammerder dat (naar verluidt nogal belangrijke) brieven uit het bezit van wijlen Gerrit Komrij, zowel in de Zuid-Afrikaanse als in de Nederlandse uitgave ontbreken.

 

Steve Hofmeyr en Breyten Breytenbach

Na vergeefse pogingen in 2015 is Steve Hofmeyr eindelijk in ons land als spreker opgetreden, en wel op 1 juni in Den Haag. Een lezing in een bekend café in de binnenstad werd door dat café zelf afgelast onder druk van protesterende "anti-fascisten", maar Hofmeyr bleek welkom in een restaurant aan de Noordzee, aan de boulevard van Scheveningen. Tegenstanders vroegen het stadsbestuur de bijeenkomst te verbieden, maar Burgemeester en Wethouders deden dat niet. De vrijheid van meningsuiting moet volgens hen juist ook gelden voor impopulaire meningen. Naast Hofmeyr sprak Martin Bosma, een Tweede Kamerlid van de partij van Geert Wilders. Bosma schreef een boek over Zuid-Afrika, even dik als omstreden.

Trouw (2 juni) introduceert Hofmeyr bij de lezers. Naast zijn zangloopbaan ontpopte hij zich als "de ongekroonde koning van een soort Afrikaner revivalbeweging, die opkomt voor behoud van taal en historie." De krant vermeldt ook de beschuldiging als zou hij apartheidsaanhanger en racist zijn, als mede Hofmeyrs verweer daartegen.

Ook bij een optreden van Breyten Breytenbach (22 november) kampte men met onverwachte hinderpalen. Studenten uit Gent trokken naar het Zuid-Afrikahuis in Amsterdam om Breytenbach te horen. Maar er kwamen zoveel Gentenaren dat volgens voorschrift van de Amsterdamse brandweer verder niemand binnen mocht. Op deze noodgedwongen geheime Breyten-bijeenkomst gaf ook zijn vroegere uitgever Laurens van Krevelen acte de présence. Breytenbach zelf hield een uiteenzetting over zijn schrijfproces, aan de hand van zijn cyclus bij het overlijden van Leonard Cohen.

 

Festivals

Nederland kan onmogelijk wedijveren met Zuid-Afrika als het gaat om feesten voor het Afrikaans, maar toch telde hetjaar 2016 maar liefst twee spektakels in éénjaar. In het voetspoor van Joris Cornelissen, die eerder Afrikaanse festivals in Amsterdam en Den Haag organiseerde, tradde Stichting Festival voor het Afrikaans voor het voetlicht met een "A.K.A.-Afrikaanse Kultuurfees Amsterdam". Dit speelde zich af op verschillende locaties maar het Compagniestheater aan de Kloveniersburgwal was de voornaamste plaats van handeling. Behalve op de Afrikaanse boekwinkel, op literaire lezingen en debatten, op schrijversoptredens en drama werd het publiek - voornamelijk Nederlanders, Vlamingen en Zuid-Afrikaanse expats -onthaald op dans, muziek en film. Veel muziek en veel film! Emo Adams, Laurinda Hofmeyr, Hemelbesem en Jack Parow deden mee. De bekroonde toneelschrijver Tertius Kapp gaf een lezing. Bettina Wyngaard besprak op verschillende podia verschillende onderwerpen, steeds met dezelfde gedrevenheid. Haar nieuwe roman Slaafs raakte op de slotdag uitverkocht. Ena Jansen vertelde over Soos familie en trad op met Ingrid Winterbach. Ook Antjie Krog toonde zich weer onvermoeibaar, onder meer als duo met Tom Lanoye.

Wie was er niet op het A.K.A.? André Brink natuurlijk, maar vanwege de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde kreeg hij een mooie herdenking. In een kleine reeks van uitgelezen sprekers maakte Marita van der Vyver de grootste indruk.

Het festival oogstte over het algemeen veel waardering. Alleen de doorlopende voorlezing "uit eigen werk" in het café moest wel mislukken. Welke schrijver kan opboksen tegen kroegherrie? Tenslotte bood het A.K.A. ook nog - zonder storing - discussies op niveau over het probleem van het vertalen, in het bijzonder Afrikaans-Nederlands en omgekeerd, en over de positie van het Afrikaans. Die baart in Zuid-Afrika zorgen, maar op 8-10 april in Amsterdam kreeg de taal in elk geval aller belangstelling.

Een paar maanden later verwende Ingrid Glorie Nederlandse en Vlaamse liefhebbers alweer met haar "Week van de Afrikaanse roman"(14-24 september). Een equipe uit Zuid-Afrika trok de lage landen door: Lien Botha, Simon Bruinders, Marlene van Niekerk en Francois Smith, versterkt met Marita van der Vyver uit Frankrijk en Ena Jansen uit Amsterdam. De week kende vanaf de eerste dag (Jansen in Leuven) tot en met de laatste (Bruinders op een braai in Burgers' dierentuin, Arnhem) zo'n twintig attracties van allerlei soort. Martin Bossenbroek, Adriaan van Dis, Louis Krüger, Tom Lanoye, Luc Renders, Jente Rhebergen, Rob van der Veer en anderen staken een flink handje toe. Karin Hougaard en Mart-Marie Snyman maakten muziek.

Bij de opening in het Amsterdamse Vondelpark-paviljoen werd Ingrid Glories vertaling van Bruinders' roman Die Sideboard gepresenteerd. Er volgde een herpresentatie in Kasteel de Schaffelaar in Barneveld. Avonden in het Zuid-Afrikahuis waren lang tevoren uitverkocht. Zelf mocht ik in het Literatuurmuseum (Den Haag), waar een speciale tentoonstelling was ingericht, Jansen, Van Niekerk en Smith aan het woord laten over de betekenis van de Nederlandse literatuur voor hun schrijverschap.

Het was verrassend dat ook de jaarlijkse "Nacht van de poëzie" in Tivoli in Utrecht tot het programma van de "Week" behoorde, omdat Marlene van Niekerk daar debuteerde. Tijdens deze "Nacht" verzorgt een twintigtal dichters een voorstelling van zo'n acht uur. Voor de tweeduizend poëzieliefhebber die behalve slaapzakken en picknickmanden ook een kaartje bezitten, is de "Nacht" een late avond genieten.Van Niekerk was ingeleid door Alfred Schaffer in de VPRO-gids (17-23 september): "Marlene is een lyrische dichter, met rijke, volle gedichten waarin niet alleen het persoonlijke onderwerp is, maar ook politiek, ecologie, filosofie. In de loop van de tijd is ze steeds uitgesprokener en geëngageerder geworden." Van Niekerk had beslist succes, want toen zij over haar tijd heenging en een presentator haar het woord ontnam, werd deze arme man onthaald op boegeroep. Te zien op www.tzum.info/2016/10/filmpje-marlene-niekerk-op-nacht-poëzie-2016/ Ook te horen!

Zodra een festival voorbij is, begint het denken over een voortzetting. Naar verluidt komen er volgende A.K.A.'s en volgende "Weken", maar niet meer in hetzelfde jaar, en start de volgende "Week" op 29 september 2017.

 

Antjie Krog

Haar bundel Medeweten kreeg in de vertaling van Robert Dorsman, Jan van der Haar en Alfred Schaffer een nominatie voor de Filter-vertaalprijs 2016. De jury memoreert Krogs verwijzing naar het Afrikaans als "schuldige taal" - haar variant op de "schuldige plaatsen" van de schilderdichter Armando. Met alle "neologismen, ongrammaticaliteiten" en verwijzingen naar onbekende talen heeft Krog het haar vertalers moeilijk gemaakt. "De beelden zijn soms teer", zegt de jury, "maar vaker van een bittere, schokkende schoonheid." Toch ging de prijs uiteindelijk naar een andere vertaling. Filter is in Nederland hét tijdschrift over vertalen.

De poëzie van Krog werd ook vertolkt door de theatergroep Flint. Met hun Krog-voorstelling "Sal ek altyd wit wees?" speelden zij op het A.K.A.en daarna wekenlang in het kleine theater De Roode Bioscoop in Amsterdam. (cd 17,50). Een voorbeschouwing gaf Ingrid Glorie in Zuid-Afrika van juni. Patrick van den Hanenberg schreef in De Volkskrant over "openhartige, intieme poëzie" die "knettert van liefde en wanhoop" (14 juni). Anita Twaalfhoven slaat Krogs "ruige liefdespoëzie" veel hoger aan dan haar gedichten over de toestand van Zuid-Afrika. (Theaterkrant 13 juni)

Vertaalde gedichten van Breytenbach, Jonker en Krog zijn opgenomen in de dikke bloemlezing uit de Nederlandse poëzie vanaf 1890 van Chretien Breukers en Dieuwertje Mertens: Dichters uit de bundel. (Marmer, 29,95)

 

Ena Jansen

Stapt een hoogleraar in gezondheid van zijn leerstoel dan kan men daarbij feestelijk stilstaan, al beseft de feestganger dat de universiteit een verlies lijdt. Op 17 juni hield Ena Jansen aan de Universiteit van Amsterdam haar afscheidscollege als bijzonder hoogleraar Zuid-Afrikaanse letterkunde: Van Thandi de nanny tot Thandi de madam. Jansen kreeg een symposium over literaire dienstmeisjes aangeboden en een vriendenboek. De vertaling van Soos familie werd gevierd (Bijna familie door Riet de Jong-Goossens, Cossee 24,95). Adriaan van Dis en George Harinck grepen hun kans en onderstreepten Jansens grote aandeel in de strijd om het behoud van het Zuid-Afrikahuis. Zij wordt opgevolgd.

Bijna familie bleef niet onopgemerkt. Jansen trok het land door en was op 9 september te gast in het veelbeluisterde "Met het oog op morgen", ook op Radio 1. Haar boek bracht Fred de Vries in De Groene Amsterdammer tot een korte uitleg over de "Kytie"-kwestie (Ronelda Kamfer contra Koos Kombuis, 16 november). Hans Ester toont zich in het Reformatorisch Dagblad (1 december) diep onder de indruk van de slechte positie waarin de zwarte werkster in Zuid-Afrika verkeerde, vooral doordat zij haar eigen kinderen moest wegsturen om honderd procent beschikbaar te zijn voor haar blanke baasjes. Ester hoopt dat Bijna familie een vervolg krijgt, gericht op de "lagere", populairdere literatuur van Zuid-Afrika.

 

Meer vertaald

Jaarlijks vertel ik over het doorlopende succes van Irma Joubert bij uitgeverij Mozaïek. In 2016 verscheen de dikke oorlogsroman Hildegard, de vertaling die Dorienke de Vries maakte van Immer wes. Bij de jaarwisseling was men toe aan de derde druk, misschien mede door de hartelijke ontvangst die Joubert kreeg van Marianne Hoksbergen in het Nederlands Dagblad: "Ze heeft het weer gefikst, Irma Joubert. Honderden bladzijden lang houdt de bekende Zuid-Afrikaanse auteur je aandacht gevangen" (4 mei). Mozaïek gaf ook nog een vierde druk uit van Jouberts Kronkelpad.

Eind 2015 heeft ook Hans du Plessis onderdak gevonden bij dit Zoetermeerse bedrijf. Hoksbergen noemde Op weg naar Schuilhoek "een prachtige roman, die smaakt naar meer." Zij is onder de indruk van de manier waarop Du Plessis de gemengde indruk weet over te brengen die het land van Schuilhoek maakt op de hoofdpersonen: "Je proeft de schoonheid, maar ook de angst." (Nederlands Dagblad 10 februari 2016, 18,90). Kort geleden kwam van Du Plessis ook Als de wind draait in de winkels, voor dezelfde prijs en van dezelfde vertaler: Bert Aquarius.

Of de titelverandering er debet aan is, valt niet uit te maken, maar ondanks de succesvolle optredens van Simon Bruinders werd zijn roman Dit is mijn land (Die sideboard), ook bij Mozaïek, matig ontvangen. "Het boek leest jammer genoeg niet lekker weg", klaagt Linda Stelma in het Nederlands Dagblad (28 september). Maar tenslotte is zij toch blij dat zij het gelezen heeft (18,99).

Ook wat vertaalde thrillers betreft zing ik jarenlang hetzelfde lied: Deon Meyer, Deon Meyer, Deon Meyer. Maar de Vlaamse uitgever Lannoo biedt sinds eind 2015 de Nederlandse liefhebber nog een andere Zuid-Afrikaanse smaak. Elke Van den Bergh vertaalde namelijk de "Gentse" roman van Chanette Paul: Offerlam ( 19,99).

Intussen ging A.W. Bruna onverdroten door met Meyer. In 2016 verscheen Cobra (vert. Martine Vosmaer, 9,99). Een constante in de recensies is lof voor de manier waarop Meyer "het grote verhaal" van de Zuid-Afrikaanse actualiteit, zijn teleurstelling over de corruptie onder politici en andere hoeders van de nationale veiligheid, weet te verbinden met prachtige "kleine verhalen" over kleine mensen, zoals in Cobra de zakkenroller Kleinbooi.

Han Roeders wilde het boek in één keer uitlezen vanwege de grote spanning, de "dynamische stijl met snelle acties en veel perspectiefwisselingen" (Dagblad van het Noorden 6 juni). Een (zeldzaam) vleugje kritiek levert PG, die het verhaal "niet heel bijzonder" noemt (Vrij Nederland 30 juni). Maar zijn eindoordeel is gunstig, zij het minder juichend dan dat van Harriet Salm, die bekendmaakt: "Deon Meyer is een absolute topauteur" (Trouw 21 juni).

Echt groot Meyer-nieuws is dat hij het geschenk gaat schrijven voor de komende "Spannende Boekenweken" (9-25 juni). Wie voor 12,50 Nederlandstalige boeken koopt, krijgt het nieuwe verhaal van Meyer cadeau. Doordat wij Nederlanders veel van "gratis" houden kon de boekwinkel tijdens de vorige boekenweek 400.000 spannende geschenkjes uitdelen.

Helemaal een verrassing was Het vogelalfabet van S.J. Naudé, ook al vertaald door Van Santen en Vosmaer (Podium, 22,50). Net als Een vlam in de sneeuw rekenden critici het rond de jaarwisseling tot de beste boeken van het jaar. Annemarié van Niekerk bewondert Naudés stijl als vermenging van "elegantie en soberheid" en beschrijft zijn verhalen als "doortrokken van melancholie maar nooit sentimenteel" (Trouw 6 februari). Zo mogelijk nog positiever is Marjolijn van Heemstra in De Volkskrant, 16 april. Zij nam zich voor om onder de mooiste zinnen een streepje te zetten, maar onderstreepte bijna alles. Ook prijst zij Naudés indringende tekening van de corruptie in Zuid-Afrika. Hij gaat elk compromis uit de weg maar biedt toch ook sprankjes hoop. "Een groot verteltalent", zegt Hans Ester in het mei-nummer van Zuid-Afrika. "Het bankroet van de taal vindt plaats in woorden die paradoxaal genoeg van een subtiele schoonheid zijn." Toef Jaeger (NRC Handelsblad 24 februari) geeft een serie tamelijk technische argumenten voor haar bewondering. Naudé slaagt er volgens haar in, almaar om de uitwerking van zijn plot heen te draaien en tegelijk een boeiend verhaal neer te zetten. Ook komt hij met een originele variant op het open einde. Het verhaal "Het busje" ziet Jaeger als verkorte versie van Coetzees Age of Iron, waarbij het kankergezwel uitgroeit tot symbool van Afrikaner schuldgevoel. "Verbazingwekkend knap", is haar conclusie.

Brevier in Kampen voltooide met Verliesfontein van Karel Schoeman de bekende Stemme-reeks in het Nederlands (vert. Rob van der Veer, 22,50). Peter Swamborn laat het woord "meesterlijk" vallen en spreekt van een verhaal van alle tijden over een diepe scheidslijn tussen mensen (Volkskrant 6 augustus). Hans Ester memoreert in het Nederlands Dagblad (18 november) dat de zoektocht naar de waarheid van lang geleden de Stemme-reeks beheerst, maar vooral in Verliesfontein "begeleid wordt door een bijna wanhopig, rusteloos en niet aflatend" tasten naar het verleden om die waarheid te pakken te krijgen. Ook Tjerk de Reus gaat op het verleden in, als hij signaleert hoe Schoeman schrijft over "het herinneren als zodanig" en de vraag aan de orde stelt, wat er "in onze ziel" gebeurt "als we een schaamtevol of pijnlijk verleden onder ogen zien" (Friesch Dagblad 27 augustus).

Via de site van het maandblad Zuid-Afrika stelt Rob van der Veer een interessant vertaalverslag over Verliesfontein beschikbaar. www.maandbladzuidafrika.nl/Verliesfontein

 

En onvertaald

Dit maandblad bespreekt, vrijwel als enige, af en toe ook onvertaalde Afrikaanse literatuur. Het bracht dit jaar onder meer stukken over Hemelbesem, Chris Karsten, Harry Kalmer, Rudie van Rensburg, Marita van der Vyver, Heilna du Plooy, Ronelda Kamfer, Carel van der Merwe en Eugène Marais. Tot de onuitgesproken bedoelingen hoort natuurlijk, Nederlanders op het idee te brengen om een Afrikaans boek uit te geven. En om die eventuele uitgevers een handje te helpen op hun zoektocht naar nieuwe titels.

Hans Ester herdacht Chris Barnard (maart) en Adam Small (augustus, korter in het Reformatorisch Dagblad van 29 juni). Dat zijn twee schrijvers die zo weinig vertaald zijn, dat je je er bijna voor zou schamen.

 

Eep Francken

A.A.P.Francken@hum.LeidenUniv.NL

Creative Commons License All the contents of this journal, except where otherwise noted, is licensed under a Creative Commons Attribution License