SciELO - Scientific Electronic Library Online

 
vol.56 issue1Hengelo is Afrika: de Afrikaanse literatuur in Nederland in 2009 author indexsubject indexarticles search
Home Pagealphabetic serial listing  

Services on Demand

Article

Indicators

Related links

  • On index processCited by Google
  • On index processSimilars in Google

Share


Tydskrif vir Geesteswetenskappe

On-line version ISSN 2224-7912
Print version ISSN 0041-4751

Tydskr. geesteswet. vol.56 n.1 Pretoria Mar. 2016

http://dx.doi.org/10.17159/2224-7912/2016/v56n1a17 

VARIA

 

Nog een Nobelprijs voor Zuid-Afrika?

 

 

De Afrikaanse literatuur in Nederland in 2015

Een dichteres en een zanger op rondreis, een stuk of tien nieuwe vertalingen, geen Afrikaanse week maar wel Zuid-Afrikaanse dagen - in een aantal opzichten was dit een jaar als een ander voor de liefhebbers van de Afrikaanse literatuur in ons land. Maar aan de andere kant was 2015 het jaar van het overlijden van André Brink, op (zwevende) Nederlandse bodem. Remco Campert kwam met een nieuwe Zuid-Afrikaanse Nobelprijskandidaat. De stad Amersfoort beleefde een mal voorval rond Steve Hofmeyr. En Elisabeth Eybers bereidde ons postuum een verrassing.

Verrassend waren ook de ontwikkelingen op de Nederlandse boekenmarkt. De verkoop van papieren boeken trok in de eerste negen kwartalen van 2015 voor het eerst sinds lang weer aan. De verkoop van e-boeken bleef groeien maar die groei vlakt al een paar jaar af. Ook studenten enjonge vakantiegangers lezen dikwij ls liever van papier. Al blijft een e-boek een stuk goedkoper: e-prijzen liggen zo'n 30 % lager.

Optredens

Het jaar begon met de nieuwvertaalde bundel Medeweten van Antjie Krog. De dichteres kreeg volop aandacht in "Kunststof (NPO Radio 1), waar zij praatte met presentatrice Petra Possel en vertaler Schaffer (29 januari, 19-20 uur). De luisteraar hoorde over komende optredens van Krog, zoals te Amsterdam (29 januari), Utrecht (30 januari, bij de finale van het Nederlands Kampioenschap "Poetry Slam", Krog buiten mededinging), Rotterdam (31 januari), Arnhem (1 februari 's ochtends, boekhandel Hijmans) en Doesburg (1 februari 's middags, Gasthuiskerk).

Haar tournee ging maar net vooraf aan een ander vrijwel jaarlijks gebeuren: de rondreis van Chris Chameleon. In de koudste maanden gaf hij een reeks concerten onder de titel "De Weerkaatsing", in grote steden als Den Haag (Theater PePijn) en Amsterdam (de Kleine Komedie) maar ook in het kleine Noordeinde (bij Alkmaar), in de zaal met de doopsgezinde naam Noordeinder Vermaning. Chameleon werd bijgestaan door de dichteres Daniella Deysel. Ook dit duo haalde Radio 1, zelfs het schier onvergankelijke programma "Met het oog op morgen" (9 februari). Later in het jaar trad de Afrikaanse kleinkunst naar voren op het landgoed van Herman van Veen in Soest, waar Van Veen samen met Karin Hougaard "Zuid-Afrikaanse dagen" organiseerde, met braai, stalletjes en een keur van artiesten (29-30 augustus).

Brink

Opnieuw Radio 1 bracht in de ochtend van zaterdag 7 februari het droeve nieuws van de dood van André Brink, vrijdagavond op zijn terugvlucht van Amsterdam naar Kaapstad. Brink had in Louvain-la-Neuve in België een eredoctoraat ontvangen van de Université Catholique de Louvain, de franstalige afsplitsing van de Katholieke Universiteit Leuven, en in Brussel in het Engels een openbaar interview gegeven. De Nederlandse radio karakteriseerde hem als bestrijder van de apartheid en als de schrijver van het eerste verboden boek in het Afrikaans, Kennis van die aand. De nieuwslezer wees ook op de film A dry white season, op de gelijknamige roman van Brink gebaseerd. Nog tijdens de nieuwsuitzending gaf Adriaan van Dis een kort In Memoriam - hij noemde Brink "een veelschrijver in de beste zin van het woord". Ook het meest bekeken televisie journaal (NPO 1 acht uur 's avonds) stelde Brinks strijd tegen de apartheid voorop.

Vrijwel alle kranten berichtten de volgende maandag over Brink. Trouw, De Volkskrant en NRC-Handelsblad hadden herdenkingsartikelen, van Niels Posthumus, Wim Bossema en Toef Jaeger. Posthumus memoreert hoe Brink in de apartheidstijd gepest werd door de geheime dienst. Jaeger, hoe zijn familie de laatste tijd werd getroffen door misdadigheid. Maar uit Zuid-Afrika vertrekken deed hij niet. Posthumus verwijst ook naar Brinks felle kritiek op het ANC-bewind: "Zijn teleurstelling over de in zijn ogen falende en corrupte nieuwe machthebbers sloeg echter minder aan dan zijn boosheid over de apartheid."

De tegenstelling tussen de met recht gevierde antiapartheidsstrijder en de oudere schrijver die in vergetelheid raakte, is de kern in het stuk van Bossema. Hij kraakt harde noten en trekt zich zelfs voor Nederlandse begrippen opvallend weinig aan van het: "over de doden niets dan goeds". Brinks autobiografie is volgens Bossema vervuld van woede over eigen teloorgang en van afgunst op zijn vroegere minnares die hem voorbij gestreefd is, Ingrid Jonker. In Brinks werk na 1991 mist Bossema de inleving en de gedrevenheid van zijn vroege romans. Men kan hierover anders denken, maar het is waar dat in Nederland de belangstelling voor Brink was teruggelopen, met de verwaarlozing van zijn laatste roman Philida als dieptepunt. Die werd niet eens meer vertaald.

Poëzie

Vrolijker kunnen we worden bij de ontvangst van Antjie Krogs al genoemde bundel Medeweten, vertaald door Robert Dorsman, Jan van der Haar en Alfred Schaffer (Podium, 25). Remco Campert - bij uitstek bevoegd - vindt Krogs poëzie de Nobelprijs waard. Een amusant en informatief mengsel van inleiding, reisreportage en interview schreef Els Quaegebeur in een vrouwennummer van Vrij Nederland (8 maart). We zien Krog door de ogen van Elvis (een hier bekende witgeveerde kaketoe van een café op Amsterdam Centraal Station), in een vieze trein op weg naar Utrecht, tussen de poëziejeugd te Utrecht en terug in Amsterdam in het nog bekendere Americain. Quaegebeur monteert een juichende recensie van Maria Barnas uit De Volkskrant in haar stuk ("Krog omarmt de hele wereld en beschrijft deze vanuit een grote verbondenheid") en belt Barnas op voor nog wat telefonische toelichting. Kracht, eerlijkheid en wijsheid, dat is wat de critica bij Krog vindt - haar gedichten zijn nooit belerend maar speels, licht en toch ook vurig. Quaegebeur vraagt Krog of Medeweten "milder, minder woedend" is dan vorige bundels. Krog gaat daar niet in mee maar bevestigt dat ze in deze bundel "een nieuwe stem" zocht en alles wilde "verwijderen wat naar mijn oude zelf rook".

Ook Toef Jaeger had over deze verandering geschreven: "geen woedende, snerende Krog, maar eerder een zorgelijke en twijfelende". "De toon is zoekender en Krog wil vaker kijken wat ze waard is geweest.'" (NRC Handelsblad 23 januari). Over Krog en haar nieuwe bundel is meer te lezen in het maandblad Zuid-Afrika, in een interview door Ingrid Glorie (mei).

Verderop in het jaar verscheen ook poëzie van Breytenbach in vertaling: In de loop van de woorden. Zonder het oorspronkelijke Afrikaans. Het gaat om een selectie uit Oorblyfsel, gemaakt door een zekere Blackface Buiteblaf. Behalve die naam is ook de naam van de vertaler verrassend, op twee manieren zelfs. Het is Laurens Vancrevel, destijds als Van Krevelen bij Meulenhoff uitgever van de jonge schrijvers Breytenbach en Brink (Koppernik 15).

Romans

Rond twee van de nieuwe romanvertalingen van Riet de Jong-Goossens ontstond in kleine kring geroezemoes, omdat de Nederlandse uitgevers (alweer) een eigen titel kozen en daarbij (alweer) geen gelukkige hand toonden. In plaats van het prikkelende raadsel dat de schrijver biedt, geeft men een niet erg opwindende interpretatie. Het gaat om Pastoor van Pat Stamatélos, dat Onverwerkt verleden is gaan heten ( 18,90) en Kamphoer, in Nederland Een schuldig leven (19,99). Dat laatste is ook een onbedoelde verwijzing naar de zowat gelijknamige biografie van Gerard Reve. "Kamphoer" zou ook voor Nederland een uitstekende titel zijn geweest, "Pastoor" (in Nederland een rooms-katholieke functionaris) had "Pastor" kunnen worden. "Schuldig" zijn Brevierin Kampen (Stamatélos) en Athenaeum-Polak & Van Gennep (Smith), dat ook nog een grove ondertitel als "verkracht in de boerenoorlog" in de strijd gooide om slim aan te haken bij De boerenoorlog, het bekroonde werk van de historicus Bossenbroek uit 2012.

In het Reformatorisch Dagblad schrijft Christine Stam-van Gent welwillend over Onverwerkt verleden, al is de figuur van de predikant-verkrachter voor haar eenflat character en al waarschuwt zij voor de details van een abortus die Stamatélos zo weergeeft dat je ervan moet bijkomen (24 oktober). In een korte bespreking in het Nederlands Dagblad suggereert Hans Ester dat men de scène "bij de aborteur op de keukentafel" zou kunnen overslaan. Maar hij gaat daarom niet minder ernstig op het boek in, beklemtoont de funeste uitwerking van de beschreven psychotherapie en signaleert in het boek enkele raadsels (6 november). Van Een schuldig leven geeft Toef Jaeger een merkwaardige bespreking in NRC Handelsblad (15 mei). Voor een roman vindt zij Een schuldig leven zowel qua stijl (mooi schrijverij) als qua verhaal (onwaarschijnlijkheid) "eigenlijk te veel van het goede", maar zij kan het boek toch aanvaarden als bijzonder levensverhaal, omdat alles werkelijk gebeurd is. Uiteindelijk juicht zij dan weer toe dat Smith de afloop "naar eigen inzicht", dus fictief, heeft ingevuld.Een genuanceerde beschouwing leverde Hans Ester in Zuid-Afrika (juni). Hij schrijft over een "boeiende, zeer gelaagde roman" maar stelt ook dat Smith literaire kansen heeft laten liggen doordat hij de personages uit de omgeving van de hoofdfiguur Susan, grotendeels genezers van beroep, geen aandacht laat besteden aan haar toch duidelijke trauma. Ook zwijgt Smith als verteller over de helende uitkomsten van Susans inspanning voor haar lotgenoten, de getraumatiseerde soldaten.

Een wel geslaagde nieuwe titel is Koud opgediend van Marita van der Vyver ( t Is koue kos, skat, vert. De Jong-Goossens, 19,95) bij Orlando, de uitgeversnaam van de Amsterdamse kookboeken- en bakkerswinkel Bookalicious. Een nagekomen bespreking van Etienne van Heerdens Klimtol, van mijn hand, is te vinden in de jaargang 2015 van Ons Erfdeel (februari). Uitgeverij Mozaïek in Zoetermeer bleef Irma Joubert herdrukken. Dit jaar bereikte Het meisje uit de trein (Tussen stasies), het boek waarmee ze doorbrak, de tiende druk en Het spoor van de liefde (Ver wink die Suiderkruis) de zesde. Mozaïek kwam ook met Ingrid Glories vertaling van Donkerland, de romanversie die Kerneels Breytenbach maakte van Deon Oppermans scenario. Het boek kreeg korte aanprijzingen in het Reformatorisch en in het Nederlands Dagblad, de laatste van Marianne Hoksbergen (17 juni). Voorafgaand aan de vertaling had Hans Ester al uitvoeriger over Donkerland geschreven (Zuid-Afrika, december 2014). Ondanks de arme tierige karaktertekening toch een boeiend boek, vindt hij, waaruit Nederlanders veel over Zuid-Afrika kunnen leren. Maar zo tendentieus dat het aanleunt tegen de partijpropaganda.

Zuid-Afrika blijft het enige blad met besprekingen van onvertaalde Zuid-Afrikaanse literatuur. Gerrit Schutte signaleerde Here & boere van Karel Schoeman (januari). Ingrid Glorie schreef bewonderend over Ena Jansens Soos familie (augustus). Ester herdacht behalve Brink (maart) ook de dichter T.T. Cloete (december), schreef over Krokodil aan my skouer van Christiaan Bakkes (april) en - het kon niet uitblijven - over Ester van Kerneels Breytenbach (oktober).

A.W. Bruna, uitgever van populaire boeken sinds 1868, toonde zich ook in 2015 in volle actie met de thrillers van Deon Meyer. Naast het nieuwe Icarus (vert. Karina van Santen en Martine Vosmaer, 19,95), met recensies in onder meer het AD, Trouw, De Volkskrant en De Limburger, kwam er een herdruk van het eerder onder een andere titel verschenen Proteus (uit het Engels vertaald door Jacqueline Caenberghs) en nieuwe edities van een paar andere Meyers, voor 10 à 12,50 - de prijzen veranderen sneller dan uw nieuwsgaarder kan bijhouden.

Uitgeverij Brevier maakt indruk met de voortzetting van Karel Schoemans romanreeks "Stemme", vertaald door Rob van der Veer, net als in Zuid-Afrika in de volgorde 2-3-1. In 2015 verscheen 3: Het uur van de engel. In De Volkskrant van 9 mei bestempelt Peter Swamborn, onder de kop: "Schoeman richt zijn scherpe pen op gekonkel in een kleine gemeenschap," de roman als: "een trager boek dan Dit leven". Ik las eerst: "een nog trager boek" maar dat staat er niet. Wel zegt Swamborn: "een prachtig, lyrisch verhaal, wat geheel te danken is aan de meesterlijke stijl." Maar Het uur van de engel is voor het verwereldlijkte Nederland geen makkelijk boek. Christine Stam-van Gent (Reformatorisch Dagblad 21 mei) legt in haar kritiek eerst uit dat de schrijver Schoeman geen allemansvriend is: "Er gebeurt gewoon niets, klagen plotjagers. Geeft niets, jubelen taalgenieters." Haar uitgewerkte analyse leidt tot een sprekende plaatsbepaling, zowel van de critica als van het boek: "Een roman die aan een puur materialistisch wereldbeeld morrelt, is waardevol. Als zo'n boek ook nog eens het systeem dat alles psychologisch wegverklaart laat wankelen, hou je de adem in. Maar het meest grootse aan Het uur van de engel - dat allesbehalve 'bekerend' geschreven is - is die mild dwingende vraag: durven we ons over te geven aan een mysterie?". Niet in de krant maar wel op haar site voegt zij toe: "Een van de mooiste boeken die ik ooit gelezen heb."

Hofmeyr

Dan het nieuws rond de komst van de zanger Steve Hofmeyr naar Nederland. Dat luidt: dat hij niet kwam. Hofmeyr was aangekondigd voor 26 april in een restaurant in Amersfoort, maar na tips "vanuit de Nederlandse Zuid-Afrikaanse gemeenschap" gelastte deze eetgelegenheid Hofmeyrs concert weer af. Men had gehoord dat hij "extreem-rechts" is en wilde zijn "gedachtegoed" niet in Amersfoort verspreiden. Hofmeyr zette een weerwoord op het internet, helaas in het Engels: "in response to the cancellation of my show at a theater in Amersfoort, Holland - by an Afrikaner", met de treffende zin: "if the ANC did not design Apartheid, they certainly perfected it." Hofmeyr is in Nederland onbekend en dit gedoe heeft dan ook alleen de plaatselijke pers gehaald. Dat hij ook een klein maar belangwekkend literair oeuvre op zijn naam heeft, bleef onvermeld.

Eybers

Landelijke aandacht trok daarentegen een boek dat op het eerste gezicht niks met Zuid-Afrika te maken heeft: Geert van Oorschot, uitgever, de biografie van nog altijd onze beroemdste uitgever (1909-1987) waarop Arjen Fortuin, criticus van NRC Handelsblad, aan de Universiteit van Amsterdam is gepromoveerd. Het belang voor de Afrikaanse literatuur ligt in het hoofdstuk "Dichtersliefde", waar Fortuin onder tussenkopjes als "Een Zuid-Afrikaanse Vasalis", "Neerslag" en "Ontnuchterd" het verhaal vertelt van Van Oorschot, van zijn geliefde dichteres Elisabeth Eybers en van haar komst naar Amsterdam. Fortuin maakte gebruik van hun briefwisseling, bewaard in het Letterkundig Museum, Den Haag.

Van Oorschot stelde zich in 1956 per brief aan Eybers voor en liet meteen weten dat hij zo van haar poëzie hield dat hij die in Nederland wilde uitgeven. Hij heeft dat ook gedaan, en met succes, maar haar werk is na korte tijd overgenomen door een andere uitgever, Querido. Dit kwam door de verhouding tussen Eybers en Van Oorschot, die trekken droeg van een liefdesgeschiedenis, al was het er een van ongewoon karakter. "Hij verklaarde haar de liefde, op zijn eigen theatrale wijze ... En zij viel als een blok voor hem", zegt Fortuin, citeert liefdesbrieven en verbindt gedichten als "Kennismaking" en "Terugreis" (uit de bundel Neerslag) regelrecht met Van Oorschot. "Al wat eensames kan doen is om baie van mekaar te hou", schreef Eybers haar uitgever vanuit Zuid-Afrika in 1959, "maar soms wil mens dit met hande en lippe en oë betuig en ervaar en dan word woorde net so yl as die dun blaadjies waarop hulle oor en weer gedra moet word". Met het verlopen van de verhouding kwam er een eind aan de samenwerking. In Zuid-Afrika van december memoreerde Hans Ester het geboortejaar van Eybers: 1915.

Eep Francken
A.A.P. Francken@hum.LeidenUniv.NL

Creative Commons License All the contents of this journal, except where otherwise noted, is licensed under a Creative Commons Attribution License